Wat zijn lichte verborgen gebreken
De aannemer is aansprakelijk voor (“lichte”) verborgen gebreken ingevolge de contractuele garantieverbintenis. Lichte verborgen gebreken, zijnde deze die de stabiliteit van het bouwwerk niet in gevaar brengen. Echter, ook ernstige gebreken vallen onder de contractuele waarborg.
Zie Cass. 13 maart 1975.
Samenvatting: Wanneer een aannemingsovereenkomst de oprichting van een gebouw beoogt, stelt de goedkeuring van de werken door de opdrachtgever de aannemer niet vrij van zijn aansprakelijkheid voor de verborgen gebreken.
Let op, de vordering gebaseerd op deze contractuele garantie dient binnen een redelijke, maar korte, termijn ingesteld te worden na de ontdekking van het gebrek, hoewel hierover discussie bestaat binnen rechtspraak en rechtsleer.
Onderscheid met de tienjarige aansprakelijkheid
Deze aansprakelijkheid vindt zijn oorsprong in een tekortkoming op de contractuele verbintenissen en dient dus onderscheiden te worden van de zogenoemde tienjarige aansprakelijkheid voor (ernstige) verborgen gebreken die de stabiliteit van het bouwwerk in gevaar brengen (artt. 1792 en 2270 BW). Deze aansprakelijkheid rust zowel op de architect, als de aannemer.
Doch ook de vordering wegens lichte verborgen gebreken dient alleszins binnen de 10 jaar ingesteld te worden:
Art. 2270. Na verloop van tien jaren zijn architecten en aannemers ontslagen van hun aansprakelijkheid met betrekking tot de grote werken die zij hebben uitgevoerd of geleid.
Dit geldt zowel voor de vordering van de bouwheer tegen de hoofdaannemer, als van de hoofdaannemer tegenover de onderaannemer.
Cass. 14 november 2008:
Samenvatting: Het belang van de bouwpromotor of van de hoofdaannemer om een vordering in te stellen wegens de gebrekkige uitvoering van werken is niet noodzakelijk afhankelijk van een vordering van de bouwheer.
Volledige tekst: link