Nummer met lokaal tarief

Vrijspraak ingevolge twijfel bij ongeval met fiets

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in Verkeersrecht.

Contacteer ons via het online formulier of bel ons kantoor te Gent, Antwerpen of Brussel.

(Opgenomen onder het artikel: Art. 8.3 Wegcode toepassingsgevallen)

Politierechtbank Dendermonde

Openbare zitting van 7 juni 2013

Inzake het Openbaar Ministerie tegen:

B.M.

gedaagde, vertegenwoordigd door Meesters VAN MALDEGHEM Herman en CASSIER Gwendolyn, advocaten.

Beklaagd als hebbende te Lokeren op 27 mei 2012:

A. als weggebruiker en bestuurder van een voertuig op de openbare weg niet steeds in staat geweest te zijn te sturen of met de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid te hebben bezeten of niet in staat geweest te zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren of niet voortdurend zijn voertuig of zijn dieren goed in de hand te hebben gehad (art. 8.3 al. 1 en 8.3 al. 2 van het KB van 1 december 1975, art. 29 par. 1 al. 3 en 38 par. 1.3° van de wet betreffende de politie over het wegverkeer -KB tot coördinatie van 16 maart 1968)

B. als bestuurder van een voertuig op de openbare weg, zijn snelheid niet te hebben geregeld om in alle omstandigheden te kunnen stoppen voor een hindernis die kon worden voorzien (art. 10.1.3 van het KB van 1 december 1975, art. 29 par. 1 al. 3 en 39 par. 1.3° 20 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer -KB tot coördinatie van 16 maart 1968)

C op een openbare plaats een voertuig te hebben bestuurd namelijk een fiets of een rijdier te hebben geleid, of een bestuurder te hebben begeleid met het oog op de scholing, terwijl de ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht heeft gemeten of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,8 gram per liter bloed heeft aangegeven, terwijl het misdrijf aan zijn/haar persoonlijk toedoen te wijten is (art. 34 par.2.1°, art. 39 par.1.1° van de wet betreffende de politie over het wegverkeer -KB tot coördinatie van 16 maart 1968)

Gezien de stukken van het dossier.

Gehoor het Openbaar Ministerie in zijn samenvatting en zijn vordering.

Gehoord de raadsman van de gedaagde B.M. in beweringen en verweermiddelen.

Overwegende dat, na verder onderzoek ter zitting van heden, er twijfel bestaat of beklaagde B.M. zich schuldig heeft gemaakt aan feit(en) A, B, C, dat deze twijfel ten goede dient te komen aan de beklaagde zodat beklaagde hiervoor dient vrijgesproken, zonder kosten.

WETBOEK VAN STRAFVORDERING.: art. 137 138 139 140 145 152 153 159 163
STRAFWETBOEK: art. 2 65
Wet van 15/06/1935: art. 2 11 12 14 31 32 34 35 36 37 41
Artikel 2-3-4 van de wet van 26/06/2000
Wet betreffende Politie over het Wegverkeer, gecoördineerd door KB van 16/03/1968 art. 28 29 gewijzigd door de Wei van 07/02/2003 en de Wet van 20/07/2005
Wet van 17/04/1878: art 3 4

OM DEZE REDENEN

DE RECHTBANK
RECHTDOENDE

Op strafgebied

Op tegenspraak

Spreekt B.M. vrij voor de tenlasteleggingen A, B, C, ingevolge twijfel.

Laat de kosten, tot op heden in hun geheel begroot op 42,24 EURO, ten laste van de Belgische Staat,

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Politierechtbank Dendermonde op bovengenoemde datum, alwaar zitting hadden:

Peter D’Hondt
Politierechter

Natalie Raes
Substituut-Procureur des Konings

Marianne Janssens
Griffier

 

Vond U dit artikel nuttig? Bedank ons met een review op google!
Gent
Antwerpen!

Kantoren

Gent

Brugsevaart 32

9030 Gent

+32 (0)9 349 61 23

Antwerpen

Brusselstraat 51

2018 Antwerpen

+32 (0)3 369 12 72

Brussel

Koloniënstraat 11

1000 Brussel

+32 (0)2 669 09 14