Nummer met lokaal tarief

Vrijspraak

Vrijspraak na positieve ademtest en ademanalyse

Aan de beklaagde werden door het medisch personeel bovendien pijnstillers toegediend.

Pijnstillers werken in op de lever en de nieren, zodat deze vervelende neveneffecten kunnen veroorzaken zoals bijvoorbeeld hoofdpijn, overmatig zweten, hartkloppingen, misselijkheid, draaierigheid en een verlaagde bloeddruk.

Effecten zoals sufheid, vermoeidheid, en een zwaar gevoel in het hoofd komen vrij vaak voor.

Het algemeen recht van verdediging van de beklaagde is geschonden, aangezien duidelijk was dat een verhoor en normale kennisname van eender welke onderzoeksdaad onmogelijk was.

Door de schending van de rechten van verdediging is de beklaagde in de onmogelijk gesteld enig tegenbewijs te leveren omtrent een mogelijks afwijkende eerste ademanalyse.

Het resultaat van de eerste en enige ademanalyse stemt niet overeen met hetgeen de beklaagde in de loop van de avond gedronken had.

De beklaagde verstond zijn rechten aangaande de wachttijd, een tweede ademanalyse en bloedproef niet.

De wachttijd heeft bijvoorbeeld het doel om het effect van het laatste alcoholgebruik te corrigeren. Door geen wachttijd in acht te nemen, kan het resultaat vertekend zijn, zeker in combinatie met de toegediende pijnstillers.

Meer Lezen

Vrijspraak ingevolge twijfel bij ongeval met fiets

Overwegende dat, na verder onderzoek ter zitting van heden, er twijfel bestaat of beklaagde B.M. zich schuldig heeft gemaakt aan feit(en) A, B, C, dat deze twijfel ten goede dient te komen aan de beklaagde zodat beklaagde hiervoor dient vrijgesproken, zonder kosten.

Meer Lezen

Hond in de auto op de passagiersstoel

Beklaagde werd gedagvaard uit hoofde van een inbreuk op art. 8.3.1 AVR dat zegt dat elke bestuurder in staat moet zijn .te sturen en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid moet bezitten.

Bij gebreke aan meer concrete en bewijskrachtige gegevens moet de Rechtbank dan ook besluiten dat niet bewezen is dat de loutere aanwezigheid van een grote, witte hond, die stil zat op de passagierszetel van een wagen, recht voor zich uit keek en noch boe noch ba, noch woef noch waf zei, noodzakelijkerwijze zou impliceren dat beklaagde, bestuurster van die wagen, niet meer in staat was te sturen of niet meer over de nodige lichaamsgeschiktheid, kennis en rijvaardigheid beschikte. Zij moet dus worden vrijgesproken.

Meer Lezen