Aan de beklaagde werden door het medisch personeel bovendien pijnstillers toegediend.
Pijnstillers werken in op de lever en de nieren, zodat deze vervelende neveneffecten kunnen veroorzaken zoals bijvoorbeeld hoofdpijn, overmatig zweten, hartkloppingen, misselijkheid, draaierigheid en een verlaagde bloeddruk.
Effecten zoals sufheid, vermoeidheid, en een zwaar gevoel in het hoofd komen vrij vaak voor.
Het algemeen recht van verdediging van de beklaagde is geschonden, aangezien duidelijk was dat een verhoor en normale kennisname van eender welke onderzoeksdaad onmogelijk was.
Door de schending van de rechten van verdediging is de beklaagde in de onmogelijk gesteld enig tegenbewijs te leveren omtrent een mogelijks afwijkende eerste ademanalyse.
Het resultaat van de eerste en enige ademanalyse stemt niet overeen met hetgeen de beklaagde in de loop van de avond gedronken had.
De beklaagde verstond zijn rechten aangaande de wachttijd, een tweede ademanalyse en bloedproef niet.
De wachttijd heeft bijvoorbeeld het doel om het effect van het laatste alcoholgebruik te corrigeren. Door geen wachttijd in acht te nemen, kan het resultaat vertekend zijn, zeker in combinatie met de toegediende pijnstillers.