Nummer met lokaal tarief

Vrijspraak voor overdreven snelheid en vluchtmisdrijf

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in Verkeersrecht.

Contacteer ons via het online formulier of bel ons kantoor te Gent, Antwerpen of Brussel.

Politierechtbank te Gent

Openbare zitting van 23 maart 2010

Betichtenummer: x

In zake het Openbaar Ministerie tegen:

V.E.

gedaagde, vertegenwoordigd door Meester VAN MALDEGHEM Herman en Meester CASSIER Gwendolyn

S.A.

gedaagde, vertegenwoordigd door Meester VAN MALDEGHEM Herman en Meester CASSIER Gwendolyn

BEKLAAGD als hebbende te Evergem op 6 juni 2008

V.E.

A. Als bestuurder van een voertuig op de openbare weg, zijn snelheid niet te hebben geregeld zoals vereist was wegens de aanwezigheid van andere weggebruikers, in ’t bijzonder de meest kwetsbaren, de weersomstandigheden, de plaatsgesteldheid, de verkeersdichtheid, het zicht, de staat van de weg, de staat of de lading van zijn voertuig; en/of zijn snelheid oorzaak te zijn geweest van een ongeval of het verkeer te hebben gehinderd (art. 10.1.1° van het
K.B. van 1 december 1975)

B. Als weggebruiker of bestuurder op de openbare weg niet in alle omstandigheden te hebben kunnen stoppen voor een hindernis die kon worden voorzien (art. 10.1.3e 1.12.1975

C. Ingeschreven zijnde in het bevolkingsregister, in het vreemdelingenregister of in het wachtregister van een Belgische gemeente en houder van een der volgende in België afgegeven dokumenten: hetzij een identiteitskaart van Belg of van vreemdeling, hetzij van een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, hetzij van een verblijfskaart van onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Economische Gemeehscappen, hetzij van een attest van immatriculatie, op de openbare weg een motorvoertuig te hebben bestuurd zonder houder te zijn van een rijbewijs of het als dusdanig geldend bewijs vereist voor het besturen van dit voertuig, overeenkomstig de bepalingen van art. 3 par.1 en 2 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 (art. 23 al.1, art. 28, art. 30 par.1.1° en art. 38 par.1.5° Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door K.B. 16.03.1968)

D. Als bestuurder van een voertuig of van een dier, wetend dat dit voertuig of dit dier oorzaak van dan wel aanleiding tot een ongeval op een openbare plaats is geweest, de vlucht te hebben genomen om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten was (art 33 par.1.1° en art 38 par.1.5° Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd door K.B. 16.03.1968).

S.A.

E. Wetens een motorvoertuig te hebben toevertrouwd aan een persoon die niet voorzien was van het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs vereist voor het besturen van dit voertuig (art 32 wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd door K.B. 16.03.1968).

Gezien de stukken van het dossier en het terzake opgesteld proces-verbaal.

Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn samenvatting en zijn vordering.

Gehoord de raadslieden van de gedaagde van V.E. in beweringen en verweermiddelen en in hun vraag tot opschorting van de uitspraak van veroordeling.

Gehoord de raadslieden van de gedaagde S.A. in beweringen en verweermiddelen en in hun vraag tot opschorting van de uitspraak van veroordeling.

Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn advies omtrent de gevraagde opschorting.

Gezien de besluiten neergelegd ter zitting van 09.02.2010 door Meester Van Maldeghem en Meester Cassier namens gedaagden.

1) Vooraf:

A. Aanrijdingsplaats: openbare weq of niet?

De plaats alwaar kwestieuze aanrijding zich voordeed is te beschouwen als een “openbare weg”.

Op stuk 4 van het strafdossier stellen verbalisanten terecht dat de plaats alwaar het ongeval zich voordeed een parking is met openbaar karakter alwaar het algemeen verkeersreglement van, toepassing is.

Terzake schept het aanvullend onderzoek met de drie foto’s nog meer duidelijkheid.

Verbalisanten geven in hun aanvullend onderzoek duidelijk aan dat de aanrijdingsplaats een plaats is die toegelaten is voor iedere weggebruiker in het algemeen.

Zeer formeel stellen zij dat noch de gezamenlijke oprit, noch de doorgang voorzien zijn van slagbomen of andere constructies die de parking(s) kunnen afscheiden van de openbare weg.

Dit alles wordt duidelijk geïllustreerd door de drie foto’s die vervat liggen in het strafdossier.

Het aanvullend onderzoek toont duidelijk aan dat iedere autobestuurder, motobestuurder, . . . ) gebruik kan maken van de oprit naar de parking en van de kwestieuze parking zelf; dit ongeacht of deze de bedoeling heeft om het restaurant aan te doen of niet.

De restaurantparking alwaar kwestieuze aanrijding zich voordeed is toegankelijk voor iedere voertuigbestuurder en beperkt zich geenszins tot een bepaalde categorie van personen.

Het weze herhaald: iedere voertuigbestuurder , zonder enig onderscheid, is toegelaten betreffende parking op te rijden en te gebruiken.

Net aanvullend onderzoek heeft uitgewezen dat kwestieuze parking alwaar onderhavig verkeersongeval zich voordeed een openbare weg is omdat deze toegankelijk is voor het publiek in het algemeen.
( Zie R. Poté “Handboek verkeerswetgeving” deel 1 nummer 14. Hoofdstuk 1, p. 10-11 + aangehaalde rechtspraak).
In die omstandigheden zijn op de plaats van de kwestieuze aanrijding de voorschriften van het algemeen verkeersreglement van toepassing.

B. In hoofde van eerste beklaagde en in hoofde van tweede beklaagde omtrent de aard en de kwalificatie van de aanrijdingsplaats (openbare weg of niet?) onoverwinnelijke dwaling inroepen is niet aanvaardbaar.

Het weze herhaald: omtrent de aard en de kwalificatie van de aanrijdingsplaats kan er geen vergissing 1 onzekerheid, nog onduidelijkheid bestaan. Uit het aanvullend onderzoek kan iedereen – dus ook eerste beklaagde en tweede beklaagde – afleiden dat de aanrijdingsplaats een plaats is de toegankelijk is voor het publiek in het algemeen.

Kennis van de wegcode en van de verkeersreglementering in het algemeen kan in casu geenszins leiden tot dwaling, gerechtvaardigde vergissing onzekerheid en dergelijke meer omtrent de aard van de aanrijdingsplaats.

Het komt gratuit en weinig ernstig over zijn/haar verantwoordelijkheid te willen ontlopen onder het mom van “onoverwinnelijke dwaling, en dit dan nog op het vlak van de kennis van de verkeerswetgeving

Er kan in casu door eerste beklaagde en tweede beklaagde geen rechtsdwaling, die een schulduitsluitingsgrond uitmaakt, ingeroepen worden.

c. In het geheel van de hierboven omschreven omstandigheden dient te worden besloten dat in hoofde van eerste beklaagde en in hoofde van tweede beklaagde de wegcode en de verkeersreglementering in het algemeen toepasselijk zijn.

2) Wat betreft de tenlasteleggingen A,B C D i n hoofde van eerste beklaagde V.E.

* Dat eerste beklaagde V.E. een aanrijding veroorzaakte staat vast:

– het aangereden voertuig Opel Corsa vertoonde volgens verbalisante schade rechts aan de achterbumper: er waren aldaar krassen zichtbaar
– getuige J.D.C. zag duidelijk dat een zwarte break – Peugeot of renault – achteruit rijdend op de parking, tegen een kleine geparkeerde wagen botste.

* Dat eerste beklaagde V.E. een inbreuk pleegde op de voorschriften var artikel 1.0.1.1 AVR (voeren van een niet-aangepaste snelheid) is niet bewezen.
Zij dient voor de tenlastelegging A te worden vrijgesproken.

* Dat zij niet tijdig is kunnen stoppen voor een voorzienbare hindernis staat evenwel vast.

De tenlastelegging B is in hoofde van eerste beklaagde bewezen.

* Zo ook staat vast dat eerste beklaagde, rijdend op een plaats die te beschouwen is als een openbare weg (zie herboven) een motorvoertuigbestuurder is zonder houdster te zijn van het vereist rijbewijs.

De tenlastelegging c is aldus bewezen.

* Dat eerste beklaagde V.E. vluchtmisdrijf pleegde staat niet vast, zeker wat betreft het moreel bestanddeel van dit misdrijf.

Voor de tenlastelegging D dient eerste beklaagde te worden vrijgesproken

3) Wat betreft de tenlastelegging E in hoofde van tweede beklaagde S.A.

Tweede beklaagde is de moeder van eerste beklaagde.

Tweede beklaagde wist aldus ontegensprekelijk dat haar dochter niet beschikte over het vereiste rijbewijs.

Ofschoon dit geeft tweede beklaagde toe dat eerste beklaagde haar voertuig bestuurde.

De tenlastelegging E is aldus in hoofde van tweede beklaagde bewezen

4) In hoofde van eerste beklaagde en in hoofde van tweede beklaaade meent de rechtbank dat ten aanzien van de hen ten laste gelegde en bewezen misdrijven er gegronde wettelijke redenen bestaan om hen de gunst van de opschorting te verlenen.

Overwegende dat de wettelijke voorwaarden om opschorting te verlenen voor de tenlasteleggingen B, C, zoals bepaald in artikel 3 van de wet van 29/06/1964, gewijzigd door de wet van 10/02/1994, vervuld zijn en dat zelfs een voorwaardelijke veroordeling de verbtering, die men van D.E. kan verwachten, en zijn reclassering, nadelig zou kunnen beïnvloeden.

Alle andere conclusies van de hand wijzende, en met toepassing van de hierboven aangehaalde artikelen sub B,C,E als uitdrukkelijk herhaald aanzien, en de artikelen (…)
waarvan de bepalingen worden aangeduid door de voorzitter.

OM DEZE REDENEN
DE RECHTBANK
RECHTDOENDE
Qp strafgebied:

Op tegenspraak:

Spreekt V.E. vrij zonder kosten voor de tenlastelegging A.

Verklaart de tenlasteleggingen B, C bewezen lastens V.E.

Verleent aan van V.E. het voordeel van de gewone opschorting met een proeftijd van 3 jaar.

Spreekt van V.E. vrij zonder kosten voor de tenlastelegging D.

Verwijst V.E. in de vergoeding van 25,00 EUR en in de kosten van het geding, in haar hoofde begroot op 12,80 EUR, ondeelbaar door de thans weerhouden betichtingen.

Op tegenspraak:

Verklaart de tenlastelegging E bewezen lastens S.A.

Verleent aan S.A. het voordeel van de gewone opschorting met een proeftijd van 3 jaar.

Verwijst S.A. in de vergoeding van 25 00 EUR en in de kosten van het geding, in haar hoofde begroot op 1270 EUR.

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de politierechtbank te Gent op bovengenoemde datum,

De griffier,

M. Van Hulle

De rechter,

G. Cheyns

Vond U dit artikel nuttig? Bedank ons met een review op google!
Gent
Antwerpen!

Kantoren

Gent

Brugsevaart 32

9030 Gent

+32 (0)9 349 61 23

Antwerpen

Brusselstraat 51

2018 Antwerpen

+32 (0)3 369 12 72

Brussel

Koloniënstraat 11

1000 Brussel

+32 (0)2 669 09 14