Hof van beroep Antwerpen 12 februari 2018
1. V
2. V
appellanten,
vertegenwoordigd door mrs. VAN MALDEGHEM Herman en CASSIER Gwendolyn, advocaten te 9030 Mariakerke, Brugsevaart 31,
tegen
X Keukens NV,
geïntimeerde,
1. Feitenrelaas
(…)
2. Bestreden beslissing
In het bestreden vonnis werden de heer V en mevrouw V hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan X Keukens van 4.199,70 euro, te vermeern met de verwijlintresten tegen de wettelijke rentevoet vanaf 19 februari 2015 tot aan de datum van de gedinginleidende dagvaarding en vanaf dan met de gerechtelijke intresten tegen dezelfde rentevoet tot aan de datum van de volledige betaling.
De heer V en mevrouw V werden veroordeeld tot betaling van de gerechtskosten en de voorlopige tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis werd toegestaan.
3. Eis in hoger beroep
De heer V en mevrouw V hebben hoger beroep ingesteld om het bestreden vonnis te horen hervormen en:
– voor recht te horen zeggen dat er geen geldige overeenkomst tot stand is gekomen, minstens deze overeenkomst nietig te horen verklaren;
– in ondergeschikte orde voor recht te horen zeggen dat de geschreven overeenkomst nietig is, de algemene voorwaarden van X Keukens niet-tegenstelbaar te horen
verklaren en voor recht te horen zeggen dat X Keukens haar schade niet bewijst;
– nog meer ondergeschikt, de eis van X Keukens te horen herleiden tot 1 euro;
– X Keukens te horen veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van 750 euro, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten en de gerechtskosten.
4. Beoordeling
4.1. Over de toelaatbaarheid
Partijen leggen geen akte van betekening van het bestreden vonnis voor of maken geen melding van enige betekening van dat vonnis. Het hoger beroep dat werd ingesteld met het verzoekschrift dat op 18 juli 2016 werd neergelegd ter griffie van dit hof, is tijdig en regelmatig naar de vorm.
Het hoger beroep is ook toelaatbaar.
(…)
4.2. Over de gegrondheid
X Keukens bewijst in dit geval niet dat zij de heer V en mevrouw V te goeder trouw en behoorlijk heeft geïnformeerd over haar verkoopsvoorwaarden.
Het wordt niet betwist dat de heer V en mevrouw V de showroom van X Keukens voor het eerst bezochten en dat zij aangespoord werden om onmiddellijk ter plaatse een bestelbon te ondertekenen, zonder verdere bedenktijd, om te kunnen genieten van voordelige tijdelijke prijsvoorwaarden.
Gelet op de zwaarwichtigheid van het opzegbeding, waarbij de heer V en mevrouw V, de overeenkomst – behoudens overmacht – enkel konden annuleren mits betalingvan 30% van de prijs, diende X Keukens de heer V mevrouw V – uitdrukkelijk te wijzen op deze contractvoorwaarde. Een enkele verwijzing naar de op de achterzijde van de bestelbon afgedrukte verkoopsvoorwaarden van X Keukens volstond in de gegeven omstandigheden niet. X Keukens had perfect uitdrukkelijk kunnen vernielden boven de plaats voorzien voor de handtekening van de consument dat een opzegging van de overeenkomst – behoudens overmacht – aanleiding zou geven tot een vergoeding gelijk aan de 30% van de prijs.
De meest aangepaste sanctie is in dit geval dat artikel 2 van de algemene verkoopsvoorwaarden van X Keukens niet tegenstelbaar wordt verklaard aan de heer V en mevrouw V. X Keukens kan dan ook geen aanspraak maken op enige forfaitaire opzegvergoeding.
(…)
Het hoger beroep is in de voormelde mate gegrond.
4.3. Over de gerechtskosten
X Keukens dient als in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld tot betaling van gerechtskosten, waarbij er geen redenen voorhanden zijn om af te wijken van het basisbedrag van de rechtsplegingsvergoeding.
5. Beslissing
Het hof beslist bij arrest op tegenspraak.
De rechtspleging verliep in overeenstemming met de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de taal in gerechtszaken.
Verklaart het hoger beroep toelaatbaar en gegrond als volgt.
Hervormt het bestreden vonnis en opnieuw rechtsprekende.
Verklaart de hoofd- en tegeneis toelaatbaar, maar ongegrond.
Veroordeelt nv X Keukens tot betalingyn de gerechtskosten, aan de zijde van de heer V en mevrouw V begroot en door het hof vereffend op 780 euro (rechtsplegingsvergoeding eerste aanleg) en 780 euro (rechtsplegingsvergoeding hoger beroep).