Arrest Grondwettelijk Hof nr. 178/2013
van 19 december 2013
“De kenmerken zelf van de rechtspersoon staan eraan in de weg dat een vermoeden van schuld wordt ingesteld zoals datgene dat bij artikel 67bis van de gecoördineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer is ingevoerd. Het is overigens om reden van de onmogelijkheid om een rechtstreeks verband vast te stellen tussen het voertuig waarmee de overtreding is begaan, wanneer dat voertuig is ingeschreven op naam van een rechtspersoon, en de dader van de overtreding dat de wetgever in artikel 67ter van de gecoördineerde wetten heeft voorzien in de verplichting om de identiteit mee te delen van de bestuurder of van de persoon die het voertuig onder zich heeft op het ogenblik van de overtreding, op straffe van sanctie.”
“Aangezien verschillende regels van toerekenbaarheid van verkeersovertredingen moeten gelden ten aanzien van rechtspersonen, in zoverre het onmogelijk is een rechtstreeks verband te leggen tussen het voertuig waarmee ze zijn begaan en de dader ervan, is het redelijk verantwoord dat het proces-verbaal dat met toepassing van artikel 67ter aan die dader wordt toegezonden via de rechtspersoon die houder is van de nummerplaat, te zijnen aanzien niet de bewijswaarde heeft die wordt toegekend aan de processen-verbaal die zijn toegezonden aan de natuurlijke persoon, dader van het misdrijf dat is gepleegd met een voertuig waarvan hij de houder van de nummerplaat is.”