Nummer met lokaal tarief

Artikels

Nutteloze ingebrekestelling niet nodig

Bij niet-nakoming van een verbintenis is schadevergoeding enkel verschuldigd nadat de schuldenaar in gebreke is gesteld o.m. op voorwaarde dat die verbintenis nog kan worden uitgevoerd . (Art. 1146. B.W.)

De ingebrekestelling wordt nutteloos van zodra deze geen doel of rechtvaardiging meer zou hebben. Dit is het geval wanneer de schuldenaar de nakoming van de verbintenis niet meer nuttig kan verrichten.

Meer Lezen

Intresten niet verplicht in ingebrekestelling

Om vordering van schadevergoeding en van de bijhorende interest mogelijk te maken, behoeft de ingebrekestelling niets meer in te houden dan de duidelijke en ondubbelzinnige wil van de schuldeiser dat de hoofdverbintenis wordt uitgevoerd; niet naar recht verantwoord is derhalve het arrest waarbij wordt beslist, dat de gerechtelijke interest op de schadevergoeding wegens tekortkomingen aan pachtverbintenissen pas verschuldigd is vanaf de dag waarop de conclusie waarin die schadevergoeding wordt berekend, is neergelegd en niet vanaf de dag waarop de met ingebrekestelling gelijkstaande dagvaarding is uitgebracht.

Meer Lezen

Ingebrekestelling kan bij dagvaarding

De rechter die uitspraak moet doen over de vordering tot ontbinding van een wederkerige overeenkomst, dient de omvang en de draagwijdte te onderzoeken van de door de partijen aangegane verbintenissen en, aan de hand van de feitelijke omstandigheden, te beoordelen of de aangevoerde wanprestatie voldoende ernstig is om de ontbinding uit te spreken Cass. 24 september 2009 , AR C.08.0346.N, AC 2009 , nr. 524.

Aan de vordering tot ontbinding gaat de ingebrekestelling van de schuldenaar vooraf; deze ingebrekestelling kan gebeuren in de inleidende dagvaarding.

De omstandigheid dat de schuldenaar na de dagvaarding de verbintenis alsnog uitvoert, sluit niet uit dat de rechter oordeelt dat de niet-nakoming in het verleden waarvoor de schuldenaar eerder in gebreke werd gesteld, van dien aard is dat zij de ontbinding van de overeenkomst wettigt.

Meer Lezen

Facturen zijn voor koper zelfs na vernietiging of ontbinding

Wanneer een koopovereenkomst met terugwerkende kracht wordt ontbonden of vernietigd, dan worden de partijen terug geplaatst in de toestand die voorheen bestond en wordt de verkoper geacht steeds de eigenaar te zijn geweest; deze retroactieve werking heeft echter niet tot gevolg dat de verkoper schuldenaar wordt van verbintenissen waartoe de koper met betrekking tot de eigendom gehouden is zij het op contractuele of op reglementaire grondslag.

Meer Lezen

Geen betaling verschuldigd na ontbinding aannemingsovereenkomst

De aannemer tracht ten onrechte het saldo van de facturen te vorderen op grond van het feit dat de uitgevoerde werken moeten vergoed worden op basis van de marktprijs. De ontbinding van een wederkerig contract heeft tot gevolg dat de partijen in dezelfde toestand dienen geplaatst te worden als die waarin zij zich zouden bevonden hebben indien zij niet hadden gecontracteerd; de ontbonden overeenkomst kan voor hen geen grondslag van rechten of verplichtingen zijn.

Meer Lezen

Ontbinding huurovereenkomst kan ook na opzegging

De ontbinding werkt in beginsel terug tot het ontstaan van de overeenkomst en houdt in dat de prestaties wederzijds moeten worden teruggekomen.

Bij wederkerige overeenkomsten mag dit echter niet leiden tot de vernietiging van reeds geleverde prestaties, wanneer deze niet kunnen teruggeven worden. De gerechtelijke ontbinding kan daarom ook teruggaan tot tot op het moment waarop de uitvoering van de overeenkomst niet meer wordt nagestreefd.

Meer Lezen

Ontbinding koop voertuig wegens ontbreken car-pass

De verkoper van een reeds in België ingeschreven voertuig komt zijn verplichting om het document te overhandigen dat alle gegevens bevat betreffende de kilometerstand van het betrokken voertuig, slechts na als hij dat document afgeeft aan de koper die, wanneer dat niet gebeurt, een vordering tot ontbinding van de verkoop kan instellen.

Meer Lezen

Naar links bewegen op eigen rijstrook geen manoeuvre

Artikel 12.4 Wegcode legt de bestuurder die een manoeuvre wil uitvoeren, de verplicht op voorrang te verlenen aan de andere weggebruikers.

Deze bepaling vindt alleen toepassing op een als een manoeuvre te kwalificeren beweging die het verkeer hindert en gepaard gaat met een aanzienlijke verandering in de gevolgde richting.

Dit is niet het geval indien vastgesteld wordt dat de bestuurder zich iets meer naar links op zijn rijstrook begeeft, zonder dat er sprake is van een versperring van de rijstrook die door een andere bestuurder wordt gevolgd.

Meer Lezen

Zichtbaarheid andere weggebruikers tijdens uitvoeren manoeuvre

De verplichting van art. 12.4 Wegcode voor de bestuurder die een manoeuvre wil uitvoeren om de andere weggebruikers te laten voorgaan, heeft een algemene strekking en houdt geen verband met de inachtneming van de verkeersregels door de andere weggebruikers, op voorwaarde evenwel dat niet kon worden voorzien dat die andere weggebruikers zouden opdagen. Dit betekent niet dat de andere weggebruikers steeds zichtbaar moeten zijn op het ogenblik dat de voorrangsplichtige bestuurder zijn manoeuvre aanvat, ongeacht of het hem al dan niet toegelaten was dit manoeuvre uit te voeren.

Meer Lezen

Onrechtmatigheid bewijs leidt enkel tot wering uit strafdossier

De medebeklaagden stelden dat hun recht op een eerlijk proces werd miskend doordat zij geen bijstand konden genieten van een raadsman tijdens hun initiële verhoren door de onderzoeksrechter op 7 en 8 juni 1999 en tijdens het verhoor op 21 juni 1999.

Het recht op bijstand van een advocaat is verbonden geldt in personam. Een derde kan zich niet beroepen op de miskenning van die rechten betreffende de belastende verklaringen, afgelegd lastens hem door een verdachte of beklaagde die voor hem slechts een getuige is.

De onrechtmatigheid van het bewijs dat slaat op een medebeklaagde, die tijdens zijn vrijheidsberoving verklaringen aflegde zonder bijstand van een advocaat, leidt niet tot de niet-ontvankelijkheid van de strafvordering, maar enkel tot de gebeurlijke uitsluiting of ontoelaatbaarheid van dit bewijs en de wering daarvan uit het strafdossier. Het is aan de feitenrechter om te beslissen of deze feiten de bewijswaarde van deze bewijsmiddelen aantasten.

Meer Lezen