Hof Antwerpen 18 november 2013, http://www.cass.be
Uittreksel arrest
In het attest van huisarts drs. M.M. M. van 12 augustus 2010 omtrent het verloop van de behandeling van de geïntimeerde staat onder meer te lezen:
“… 01-04-2010 Gisteren met spoed geopereerd, in ORBIS MC: prothese kwam eruit gevallen! Gesprek over schandelijke behandeling W. K. B.. Vlgs dr. M. niet goed gedaan. Had nooit op deze manier geopereerd mogen worden! Omdat reductie had gehad … Moet nu latisimus dorsi lap en onder pectoralis geïmplanteerde prothese. Ondeskundige behandeling! Prothese verwijderd. Zal contact op nemen met vereniging van Plast. Chirurgen. Gaat klacht indienen. Kan pas wat als mw. dat ook doet! …”.
De brief van 23 juni 2010 van plastisch chirurg drs. M.A.J. M.–C. lijkt in dezelfde richting te gaan:
“… Toen wij patiënt zagen was er sprake van een blootliggende prothese links en een zeer dunne huid. De prothese werd met spoed verwijderd …”.
Tenslotte schrijft dr. M. V. M., raadsgeneesheer van de geïntimeerde, in zijn “medisch verslag” van 3 februari 2012 onder meer:
“… Naar de verklaringen van Dokter M.A.J. M.–C., die deze prothese verwijderde, is er sprake van foutieve techniek, en had, om reden van de aanvankelijke situatie op een vroegere borstverkleining, de voorkeur moeten gegeven worden aan andere heelkundige technieken, zeker na de wondcomplicaties, met name voor het plaatsen van de prothese onder de pectorale spier. …”.
Met de eerste rechter is het hof bijgevolg van oordeel dat het gevorderde medisch deskundigenonderzoek hier opportuun is.