Nummer met lokaal tarief

Internationaal bevoegdheidsbeding en plaats van uitvoering

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in Ondernemingsrecht.

Contacteer ons via het online formulier of bel ons kantoor te Gent, Antwerpen of Brussel.

Dit vonnis is een geanonimiseerde, niet-gepubliceerde uitspraak van ons kantoor.

Correcte verwijzing volgens de V&A regels. Voor andere rechtspraak is een verwijzing naar de URL noodzakelijk. (Rb Kh Brugge, afdeling Oostende, 27 januari 2011, *URL*)

Rechtbank van Koophandel te Brugge, afdeling Oostende, 27 januari 2011

Integrale tekst:

De rechtbank van Koophandel te Brugge, afdeling Oostende, derde kamer, heeft volgend vonnis uitgesproken op 27.01.2011:

In zake:

M.T. NV,

Eiseres, hebbende als raadsman

tegen:

R D BV, met zetel te Nederland,

H.H., wonende te Nederland,

Verweerders, hebbende als raadsman Mr. Herman Van Maldeghem, advocaat.

ln deze zaak, in beraad gehouden, heeft de rechtbank volgend vonnis uitgesproken,

Gezien de dagvaarding van gerechtsdeurwaarder Paul Bruloot dd. 1 september 2010.

Gehoord de partijen in hun middelen en conclusies, meer bepaald in verband met de wet van 21.04.2007 en haar uituoeringsbesluit van 26.10.2007 inzake de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten van een advocaat, de stukken werden ingezien.

Voor alle akten van rechtspleging werd de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken toegepast.

De vordering strekt ertoe de verweerders zich hoofdelijk te horen veroordelen om aan de eiseres te betalen de som van € 6.500,00 meer de wettelijke en gerechtelijke intresten, meer hun hoofdelijke veroordeling tot de kosten van het geding, de rechtsplegingvergoeding begroot op € 900,00, een en ander bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande elk middel van verhaal en met uitsluiting van het vermogen tot kantonnement.Deze vordering gesteund zijnde op een niet betaald saldo van twee facturen voor het leveren van meubelen.

Heeft de door de eiseres geadieerde rechtbank internationale rechtsmacht?

1. De verweerders hebben in limine litis opgeworpen dat de door de eiseres geadieerde rechtbank geen internationale rechtsmacht heeft, nu niet is voldaan aan de bepalingen van art.23.1 van de EEx-verordening nr. 4412001 van 22.12.2000, en de eiseres faalt in het bewijs dat haar algemene voorwaarden enerzijds door hen werden aanvaard, anderzijds de aanvaarding ervan moet blijken uit een lange voorafgaande handelsrelatie die er niet is geweest.

2. De eiseres van haar kant stelt dat de verweerders met haar algemene voorwaarden zijn akkoord gegaan inzonderheid met het daarin opgenomen forumbeding onder art. 5, nu ze zijn overgegaan tot een gedeeltelijke betaling, de factuur als zondanig nooit werd betwist, en dat de verweerders reeds lange tijd klant zijn zodat ze op de hoogte zijn van de algemene voorwaarden.

3. Voorafgaand aan de vraag naar de bevoegdheid, dient de rechtbank, desnoods ambtshalve, na te gaan of zij internationale rechtsmacht heeft, rekening houdend met het onderwerp, de hoedanigheid van partijen en de geografische plaats van de betwisting.

Beide partijen wonen of hebben hun zetel in lidstaten die zijn toegetreden tot de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna aangeduid als EEX-Vo).

De rechtsvordering werd ingesteld na de inwerkingtreding van verordening op 1 maart 2002, zodat de bepalingen van de EEX-Vo in huidige geschil toch van toepassing zijn.

Conform artikel 23 EEX-Vo is de in een bevoegdheidsbeding aangewezen rechter exclusief bevoegd om kennis te nemen van het geschil.

Dit beding moet blijken uit een schriftelijke overeenkomst of uit een mondelingie overeenkomst die bij wijze van geschrift werd bevestigd, of uit tussen partijen gebruikelijk geworden handelswijzen wanneer ingevolge hun vroegere transacties, de partijen geregeld met die algemene voorwaarden werden geconfronteerd, zodat zij worden vermoed – behoudens laakbare onzorgvuldigheid – van het forumbeding, dat in die voowaarden vervat is, kennis te hebben gekregen. Indien zij er nooit tegen protesteerden, worden zij verondersteld ermee te hebben ingestemd.

De omstandigheden moeten derhalve van die aard zijn:

1. dat er een voldoende lange handelsrelatie tussen de partiien heeft bestaan om handelswijzen tussen hen als zijnde ‘gebruikelijk geworden’ te kunnen kwalificeren;
2. dat die voldoende lange handelsrelatie tussen de paftijen heeft bestaan, voorafgaandelijk aan de transacties waarover het geschil loopt of naar aanleiding waarvan het geschil is ontstaan;
3. dat daarbij steeds dezelfde algemene voorwaarden en bedingen werden gehanteerd door de partij, die zich erop beroept ten aanzien van de andere partij:
4. dat de parti, aan wie dergelijke voorwaarden worden tegengesteld, er daadwerkelijk en geregeld mee werd geconfronteerd in het kadel van de eerdere handelsbetrekkingen.

(Zie bijv. Kooph. Brussel 28 november 2005, R.l4l. 2006-07 ‘ 969-972)

Weliswaar werd een groot gedeelte van de factuur betaald’ daaruit kan echter niet afgeleid worden dat verweerders het forumbeding kenden of minstens moeten geacht worden het te kennen, terwijl er ook geen voorafgaande voldoende lange handelsrelatie wordt aangetoond voor de transactie waarover het geschil loopt.

Aldus is art 23 EEX-Vo niet van toepassing.

Wanneer er geen beroep kan gedaan worden op aft. 23 EEX-Vo, dient verwezen te worden naar aft. 5 EEX-vo.

Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een Lid-Staat, kan in een andere Lid-Staat opgeroepen worden, ten aanzien van verbintenissen uit oveleenkomst : voor het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet uitgevoerd worden, terwijl voor de toepassing van deze bepaling ( 5.1 a) en tenzij anders is overeengekomen, de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt: voor de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken, de plaats in een lidstaat is waar de zaken volgens overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden (5.1.b eerste streepje).

Ter bevordering van het primaire doel van eenvormigheid van de regels inzake rechterlijke bevoegdheid om redenen van voorspelbaarheid, definieert de EEG- Vo de plaats van levering voor de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken, als plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, op autonome wijze: de gemeerschapswetgever heeft gekozen voor een plaats die op eenvoudige wijze materieel bepaalbaar is en niet afhankelijk is van bedingen gesloten tussen partijen, namelijk de plaats waar de goederen in werkelUkheid werden geleverd of dienden geleverd te worden. ( H.v.J., 3 mei 2007, Color Drack, C-386/05,Jur.,2007, t-3699: Cass.,05i12/2008 KANTERS B.V./ ELEKTRO MAHIEU B.V.B.A.. C.2007.0175.N)

In casu is het duidelijk dat de verkochte goederen werden geleverd in Nederland.

ln deze omstandigheden dient de vordering te worden afgewezen bij gebrek aan rechtsmacht.

OM DEZE REDENEN

De Rechtbank op tegenspraak, alle verdere meer uitgebreide of strijdige conclusies verwerpende als zijnde niet gegrond of niet ter zake dienend.

Wijst de vordering af bij gebrek aan internationale rechtsmacht.

Veroordeelt de eiseres tot het betalen van de gedingkosten, aan de zijde van verweerders begroot op de rechtsplegingvergoeding van € 900,00.

Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Aldus gewezen door de derde kamer van de rechtbank van koophandel van Brugge, afdeling Oostende, samengesteld uit Paul Remerie, rechter, voorzitter van de kamer, Bart Vansevenant en Serge Maes, rechters in handelszaken. en uitgesproken door de voorzitter van de kamer in openbare en gewone terechtzitting op ZEVENENTWINTIG JANUARI TWEEDUIZEND EN ELF, in aanwezigheid van Hilde Crombez, griffier.

Vond U dit artikel nuttig? Bedank ons met een review op google!
Gent
Antwerpen!

Kantoren

Gent

Brugsevaart 32

9030 Gent

+32 (0)9 349 61 23

Antwerpen

Brusselstraat 51

2018 Antwerpen

+32 (0)3 369 12 72

Brussel

Koloniënstraat 11

1000 Brussel

+32 (0)2 669 09 14