Nummer met lokaal tarief

Handtekening

Gescande handtekening kan gelden als elektronische handtekening

Artikel 2, tweede lid, 1°, van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten (hierna Wet Elektronische Handtekening) bepaalt dat onder een elektronische handtekening wordt verstaan “gegevens in elektronische vorm, vastgehecht aan of logisch geassocieerd met andere elektronische gegevens, die worden gebruikt als middel voor authentificatie”.

Artikel 4, § 5, Wet Elektronische Handtekening bepaalt dat een elektronische handtekening geen rechtsgeldigheid kan worden ontzegd en niet als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures kan worden geweigerd louter op grond van het feit dat de handtekening in elektronische vorm is gesteld, of niet is gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat, of niet is gebaseerd op een door een geaccrediteerd certificatiedienstverlener afgegeven certificaat of zij niet met een veilig middel is aangemaakt.

Hieruit volgt dat het aan de rechter staat de bewijswaarde van de elektronische handtekening te beoordelen en dus na te gaan of er voldoende waarborgen zijn of hij wiens ingescande handtekening is vermeld op de beslissing daadwerkelijk de beslissing ook heeft ondertekend.

Meer Lezen

Handtekenen van een contract

In dit artikel onderzoeken we hoe een contract wordt gehandtekend en wat de gevolgen daarvan zijn. Omdat de regelgeving intussen een stuk complexer is met

Meer Lezen

Handtekening op carbonpapier is geen origineel

Een geschrift waarop de handtekening met carbonpapier is aangebracht, kan niet als een origineel worden beschouwd, in de zin van art. 1325 B.W.

Schending van art. 1325 B.W. omdat de akte niet in zoveel originelen is opgemaakt als er partijen zijn die een onderscheiden belang hebben, brengt nietigheid mede van de akte, ongeacht welke partij het origineel en welke partij het afschrift bezit.

De regel volgens welke hij die een wederkerige overeenkomst heeft uitgevoerd, niet meer de nietigheid vande akte, waarin ze is vastgesteld,kan aanvoeren, met toepassing van art. 1325 B.W., wordt door de rechter niet miskend, wanneer hij oordeelt dat het ontbreken van bezwaar vanwege de partij die zich op de nietigheid beroept, niet betekent dat de overeenkomst is uitgevoerd .

Meer Lezen