De bewijskracht die moet worden gehecht aan het P.V. zoals bepaald in artikel 62 Wegverkeerswet, eist dat de opgesteld zijn door gemachtigde personen bedoeld in artikel 3 Wegcode, dat zij enkel betrekking hebben op de verkeersovertredingen – terwijl die bewijskracht zich beperkt tot de materiële vaststellingen die de verbalisanten persoonlijk hebben gedaan – en dat een kopij van het P.V. binnen de 15 dagen na de vaststelling wordt verzonden naar de overtreder.
Als een strafonderzoek enkel het aanvankelijk P.V. bevat en geen enkel ander element, zoals het verhoor van de verdachte of foto’s die het probleem van de technische controle illustreren, kan de twijfel in het voordeel spelen van de beklaagde.