Nummer met lokaal tarief

Gesloten overeenkomsten niet onrechtmatig indien niet ingeschreven in KBO

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in Ondernemingsrecht.

Contacteer ons via het online formulier of bel ons kantoor te Gent, Antwerpen of Brussel.

Nr. C.13.0182.N

VLAAMSE INVESTERINGSGROEP nv, in vereffening, met zetel te 8000 Brugge, Stationsplein 10/201,

eiseres,

tegen
1. HEDERA II nv, met zetel te 8300 Knokke-Heist, Magere Schorre 55, bus a,
2. L. P.,

verweerders.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 2 januari 2013.
Afdelingsvoorzitter Beatrijs Deconinck heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal André Van Ingelgem heeft geconcludeerd.

II. CASSATIEMIDDELEN

De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.

III. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Eerste middel

1. Krachtens artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oproeping van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen (hierna KBO-wet), zoals ter zake van toepassing, is een rechtsvordering ingesteld door een handels- of ambachtsonderneming niet ontvankelijk indien het deurwaardersexploot geen melding maakt van het ondernemingsnummer.

Bij gebrek aan deze vermelding verleent de rechtbank uitstel aan de handels- of ambachtsonderneming om haar inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het inleiden van de vordering te bewijzen. Indien de handels- of ambachtsonderneming hierin niet slaagt of indien blijkt dat de onder-neming niet ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verklaart de rechtbank de vordering van ambtswege onontvankelijk.

Indien de onderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruis-puntbank van Ondernemingen, maar haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onder-neming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming eveneens niet ontvankelijk. De niet-ontvankelijkheid is evenwel gedekt, indien de niet-ontvankelijkheid niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen.

2. Uit deze bepaling volgt dat de enkele omstandigheid dat een handels- of ambachtsonderneming niet over een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen beschikt, niet tot gevolg heeft dat de door haar gesloten overeenkomsten onrechtmatig zijn en geen grondslag kunnen bieden aan een rechtsvordering.

3. Het middel dat van een andere rechtsopvatting uitgaat, faalt naar recht.

Tweede middel

4. Het artikel 1138, 2°, Gerechtelijk Wetboek wordt geschonden wanneer uitspraak wordt gedaan over niet gevorderde zaken of er meer werd toegekend dan er gevraagd was.

5. Uit de “vierde, samenvattende” appelconclusie van de verweerders van 13 april 2012 blijkt dat zij de veroordeling vroegen van de eiseres in betaling van de hoofdsom “meer de conventionele intrest aan 10% vanaf de factuurdatum, min-stens de gerechtelijke intrest vanaf de datum van de dagvaarding tot de uiteindelijke beslissing”.

6. De appelrechters die de eiseres veroordelen tot betaling van de hoofdsom meer de aldaar bepaalde moratoire rente “en de gerechtelijke intresten vanaf 2 januari 2008 tot de datum van betaling, dit aan de rentevoet overeenkomstig de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand inzake handelstransacties” schenden voormelde wetsbepaling in zoverre deze intrestvoet de wettelijke rentevoet overtreft.

Het middel is in zoverre gegrond.

Dictum
Het Hof,

Vernietigt het bestreden arrest in zoverre dit, bij de veroordeling tot betaling van de gerechtelijke interest op de hoofdveroordeling vanaf 2 januari 2008 tot de da-tum van betaling, deze rente bepaalt aan een hogere rentevoet dan de wettelijke rente.

Verwerpt het cassatieberoep voor het overige.

Veroordeelt de eiseres tot twee derden van de kosten.

Veroordeelt de verweerders tot het overige derde.

Zegt dat er geen aanleiding bestaat tot verwijzing.

Bepaalt de kosten voor de eiseres op 1123,29 euro.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen-gesteld uit afdelingsvoorzitter Eric Dirix, als voorzitter, afdelingsvoorzitter Beatrijs Deconinck, en de raadsheren Alain Smetryns, Koen Mestdagh en Bart Wylleman, en in openbare rechtszitting van 6 februari 2015 uitgesproken door af-delingsvoorzitter Eric Dirix, in aanwezigheid van advocaat-generaal André Van Ingelgem, met bijstand van griffier Kristel Vanden Bossche.

Vond U dit artikel nuttig? Bedank ons met een review op google!
Gent
Antwerpen!

Kantoren

Gent

Brugsevaart 32

9030 Gent

+32 (0)9 349 61 23

Antwerpen

Brusselstraat 51

2018 Antwerpen

+32 (0)3 369 12 72

Brussel

Koloniënstraat 11

1000 Brussel

+32 (0)2 669 09 14