U bent gedagvaard?
De dagvaarding is de meest voorkomende rechtsingang, hoewel zeker niet de enige.
Een exploot van dagvaarding wordt betekend door een gerechtsdeurwaarder. Betekeningen kunnen enkel plaatsvinden tussen zes uur ’s ochtends en negen uur ’s avonds en niet op zaterdag, zondag of wettelijke feestdagen (art. 47 Ger.W.), behoudens enkele specifieke uitzonderingen.
Op het exploot wordt de datum van de inleidende zitting weergegeven en de rechtbank waarvoor de dagvaarding is uitgebracht. Deze inleidende zitting vindt in de regel plaats minstens 8 dagen na de betekening. Uitzonderingen zijn o.a. de dagvaarding in kort geding.
Het exploot dient verder enkele verplichte meldingen te bevatten. Deze worden echter niet gesanctioneerd met een absolute nietigheid.
Heeft U een dagvaarding ontvangen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met een advocaat voor procedurele bijstand.
In verkeerszaken, meestal in geval van snelheidsovertredingen, kan via de verzekering rechtsbijstand gekregen worden voor de juridische kosten. Ook in geval van een verkeersongeval kan vaak bijstand door een advocaat verkregen worden via de verzekering (zelfs zonder omniumverzekering). Wanneer U gedagvaard bent in een strafzaak, kan de verdediging ook onder een polis rechtsbijstand vallen, zodat U gratis een advocaat naar keuze kan aanstellen.
Soorten dagvaarding
Er bestaan verschillende soorten dagvaarding, naargelang het type rechtbank waarvoor U gedagvaard bent.
Strafrechtelijke dagvaarding
De overheid beschuldigt U van een bepaald feit en brengt de zaak voor de rechtbank door middel van een dagvaarding. Afhankelijk van het type tenlastelegging zal U verschijnen voor de strafrechter (strafrecht) of de politierechter (verkeersinbreuken).
Lees meer over de dagvaarding voor de politierechtbank (verkeersrecht).
Burgerlijke dagvaarding
Een dagvaarding voor de burgerlijke rechtbanken gaat uit van een particuliere partij. Dat kan gaan om een andere particulier, een rechtspersoon, of zelfs een administratieve overheid.
Lees meer over de dagvaarding in kort geding
Lees meer over de dagvaarding voor de rechtbank van koophandel
Gratis advocaat naar keuze?
Let wel op, wettelijk heeft U vrije keuze van raadsman. De verzekering duidt echter maar al te vaak zelf reeds een advocaat aan, zonder expliciet melding te maken van de vrije keuze van raadsman. Het hoeft niet benadrukt dat uiteraard in vele gevallen de vrije keuze van raadsman het dossier enkel ten goede kan komen, omwille van een betere (en persoonlijkere) opvolging.
Wettekst
Wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek
HOOFDSTUK VII. – (Betekeningen, kennisgevingen, neerleggingen en mededelingen.)
Art. 32. Voor de toepassing van dit Wetboek wordt verstaan onder :
1° ” betekening ” : ” de afgifte van een origineel of een afschrift van de akte; zij geschiedt bij gerechtsdeurwaardersexploot of, in de gevallen die de wet bepaalt, in de vormen die deze voorschrijft “;
2° ” kennisgeving ” : ” de toezending van een akte van rechtspleging in origineel of in afschrift; zij geschiedt langs de postdiensten of per elektronische post aan het gerechtelijk elektronisch adres of, in de gevallen die de wet bepaalt, per fax of in de vormen die de wet voorschrijft.
Art. 32bis. > Elke neerlegging of mededeling kan geldig bij gewone brief of, in de gevallen die de wet bepaalt, bij aangetekende brief geschieden.
De neerleggingen of mededelingen bij gewone brief of bij aangetekende brief die aan de griffie en aan het parket worden gericht, kunnen geldig geschieden via elektronische weg door invoering in het Phenix-systeem.
Elke andere mededeling bij gewone brief kan geldig bij elektronische post aan het gerechtelijk elektronisch adres geschieden.
Elke andere mededeling bij aangetekende brief kan geldig bij elektronische post aan het gerechtelijk elektronisch adres geschieden, voorzover aan de afzender een bewijs van verzending wordt bezorgd. Het bewijs van verzending kan niet automatisch worden aangemaakt door het systeem van verzending van de afzender.
Art. 33. De betekening geschiedt aan de persoon, wanneer het afschrift van de akte aan de geadresseerde zelf wordt ter hand gesteld.
De betekening aan de persoon kan aan de geadresseerde worden gedaan op iedere plaats waar de gerechtsdeurwaarder hem aantreft.
Indien de geadresseerde het afschrift van de akte weigert in ontvangst te nemen, stelt de gerechtsdeurwaarder die weigering vast op het origineel en de betekening wordt geacht aan de persoon te zijn gedaan.
Art. 34. De betekening aan een rechtspersoon wordt geacht aan de persoon te zijn gedaan, wanneer het afschrift van de akte is ter hand gesteld aan het orgaan dat of de aangestelde die krachtens de wet, de statuten of een regelmatige opdracht bevoegd is om de rechtspersoon, zelfs samen met anderen, in rechte te vertegenwoordigen.
Art. 35. Indien de betekening niet aan de persoon kan worden gedaan, geschiedt zij aan de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde en, voor een rechtspersoon, aan de maatschappelijke of de administratieve zetel.
Het afschrift van de akte wordt ter hand gesteld aan een bloedverwante, aanverwante, dienstbode of aangestelde van de geadresseerde.
Het mag niet worden ter hand gesteld aan een kind dat geen volle zestien jaar oud is.
De commissaris van politie moet aan de optredende gerechtsdeurwaarder de plaats aanwijzen waar de partij verblijft, wanneer die hem bekend is en de partij geen woonplaats heeft.
Art. 36. § 1. Voor de toepassing van dit Wetboek wordt verstaan onder :
1° ” woonplaats ” : ” de plaats waar de persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf “;
2° ” verblijfplaats ” : ” iedere andere vestiging, zoals de plaats waar de persoon kantoor houdt of een handels- of nijverheidszaak drijft “;
3° ” gerechtelijk elektronisch adres ” : ” het door een griffie toegekende adres van elektronische post waarop een persoon aanvaard heeft of geacht wordt te hebben aanvaard, volgens de door de Koning bepaalde wijze, dat de betekeningen, kennisgevingen en mededelingen hem worden toegezonden. De Koning bepaalt, na advies van het beheerscomité en van het toezichtscomité, die respectievelijk bedoeld zijn in de artikelen 15 en 22 van de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix, de nadere regels voor de creatie en de toekenning, de registratie, de bewaring en de raadpleging van de gerechtelijke elektronische adressen.
§ 2. Elke betekening, kennisgeving of mededeling aan de woonplaats of verblijfplaats die een procespartij heeft vermeld in haar laatste akte van de lopende rechtspleging, wordt geacht regelmatig te zijn gedaan zolang die partij de wijziging van haar woonplaats of verblijfplaats niet uitdrukkelijk aan de griffie en de andere procespartijen, evenals aan het openbaar ministerie heeft medegedeeld.
Elke persoon die de betekening, de kennisgeving of de mededeling aan een gerechtelijk elektronisch adres heeft aanvaard, wordt geacht hiermede in te stemmen zolang hij niet uitdrukkelijk zijn wil te kennen heeft gegeven aan het gebruik van dit adres te verzaken of het te wijzigen.
§ 3. Na advies van het beheerscomité en van het toezichtscomité, die respectievelijk bedoeld zijn in de artikelen 15 en 22 van de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix, bepaalt de Koning de wijze waarop de onder § 2, tweede lid, vermelde aanvaarding, verzaking of wijziging moet gedaan worden en tegenwerpelijk is.
Art. 37. (§ 1.) Ingeval het exploot (in strafzaken) niet kan worden betekend zoals bepaald is in artikel 35, bestaat de betekening in de afgifte van het afschrift van het exploot op het hoofdkantoor van de gerechtsdeurwaarders, waar dit bestaat, anders op het politiecommissariaat en, waar geen commissaris van politie is, aan de burgemeester, aan een schepen of aan een ambtenaar die daartoe opdracht heeft.
De gerechtsdeurwaarder laat in de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, in de verblijfplaats van de geadresseerde, onder gesloten omslag, een bericht achter, waarin hem kennis wordt gegeven van de aanbieding van het exploot en waarin de plaats wordt opgegeven waar hij het kan afhalen.
De Koning richt het hoofdkantoor van de gerechtsdeurwaarders op in de stadcentra die hij bepaalt.
Hij regelt de bevoegdheden en de werkwijze ervan.
(§ 2. Het hoofdkantoor, de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, naargelang van het geval, neemt de passende maatregelen om het afschrift ten spoedigste te doen toekomen aan de belanghebbende.
Zij berichten onverwijld aan het openbaar ministerie dat de betekening heeft gevorderd, naargelang van het geval, hetzij over de datum waarop het afschrift van het exploot ter hand is gesteld aan de geadresseerde of aan een van de personen bedoeld in artikel 35, hetzij over de reden waarom het afschrift niet ter hand kon worden gesteld.
Daartoe maakt de gerechtsdeurwaarder een formulier op dat informatie bevat over het bevoegd rechtscollege, de datum van de terechtzitting, of van de berechting, het parket dat in kennis moet worden gesteld, alsmede de naam en het adres van de persoon aan wie het afschrift van het exploot ter hand moet worden gesteld. Dit formulier voegt hij bij de omslag die hij terhandstelt aan het hoofdkantoor, de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft.)
§ 3. (De terhandstelling van het afschrift van het exploot aan de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, alsook de bezorging ervan aan de geadresseerde of aan een van de in artikel 35 bedoelde personen geschieden kosteloos.)
Art. 38. 1. Ingeval het exploot in andere dan in strafzaken niet kan worden betekend zoals vastgesteld is in artikel 35, bestaat de betekening in het door de gerechtsdeurwaarder achterlaten aan de woonplaats of, bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, van een afschrift van het exploot onder gesloten omslag met vermelding van de gegevens bepaald in artikel 44, eerste lid.
De gerechtsdeurwaarder vermeldt op het origineel van het exploot en op het betekend afschrift, de datum, het uur en de plaats waarop dit afschrift werd achtergelaten.
Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de aanbieding van het exploot, richt de gerechtsdeurwaarder hetzij aan de woonplaats, hetzij, bij gebreke van een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, onder een ter post aangetekende omslag, een door hem ondertekende brief. Deze brief vermeldt de datum en het uur van de aanbieding, alsmede de mogelijkheid voor de geadresseerde persoonlijk, of voor een schriftelijk gevolmachtigde een eensluidend afschrift van dit exploot af te halen op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, tijdens een termijn van maximum drie maanden te rekenen vanaf de betekening.
Wanneer de geadresseerde de overbrenging van woonplaats heeft aangevraagd, wordt de aangetekende brief bedoeld in het derde lid gericht aan de plaats waar hij op de bevolkingsregisters is ingeschreven en aan het adres waarop hij aangekondigd heeft zijn nieuwe woonplaats te willen vestigen.
De brief vermeldt de naam van de gerechtsdeurwaarder, het adres van zijn kantoor, de openingsuren en het telefoonnummer.
Wanneer de vorm bedoeld in het derde tot vijfde lid verzuimd of onregelmatig verricht is, kan de rechter gelasten dat een nieuwe brief, onder aangetekende omslag, wordt gericht aan de geadresseerde van het exploot.
§ 2. Wanneer uit de ter plaatse vastgestelde feitelijke omstandigheden blijkt dat het materieel onmogelijk is tot de betekening over te gaan door het achterlaten van een afschrift van het exploot aan de woonplaats of bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, bestaat zij in de terhandstelling van het afschrift aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied deze feitelijke toestand zich voordoet; op het origineel en op het afschrift worden de feitelijke omstandigheden vermeld die de betekening aan de procureur des Konings noodzakelijk maken.
Hetzelfde geldt wanneer de woning waar de persoon aan wie betekend wordt zijn woonplaats heeft, klaarblijkelijk verlaten werd zonder dat hij de overbrenging van woonplaats heeft gevraagd.
Op verzoek van de procureur des Konings worden de nodige maatregelen getroffen opdat het afschrift binnen de korst mogelijke tijd bij de betrokkene toekomt.
De betekening van de procureur des Konings is ongedaan, indien de partij op verzoek van wie zij is verricht de gekozen woonplaats of, bij voorkomend geval, de verblijfplaats van diegene aan wie betekend werd, kende.
Art. 39. Wanneer de geadresseerde bij een lasthebber woonplaats heeft gekozen, mogen de betekening en de kennisgeving aan die woonplaats geschieden.
Wordt het afschrift aan de gekozen woonplaats ter hand gesteld aan de lasthebber persoonlijk, dan wordt de betekening geacht aan de persoon te zijn gedaan.
De betekening en de kennisgeving mogen niet meer aan de gekozen woonplaats geschieden, indien de lasthebber overleden is, indien hij er zijn woonplaats niet meer heeft, of indien hij er zijn bedrijf niet meer uitoefent.
Art. 40. Ten aanzien van hen die in België geen gekende woonplaats, verblijfplaats, of gekozen woonplaats hebben, stuurt de gerechtsdeurwaarder bij een ter post aangetekende brief het afschrift van de akte aan hun woonplaats of aan hun verblijfplaats in het buitenland en met de luchtpost indien de plaats van bestemming niet in een aangrenzend land ligt, onverminderd enige andere wijze van toezending overeengekomen tussen België en het land waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben. De betekening wordt geacht te zijn verricht door de afgifte van de akte aan de postdienst tegen ontvangbewijs in de vormen die in dit artikel worden bepaald.
Heeft de betrokkene in België noch in het buitenland een gekende woonplaats, verblijfplaats, noch gekozen woonplaats, dan wordt de betekening gedaan aan de procureur des konings in wiens rechtsgebied de rechter die van de vordering kennis moet nemen of heeft genomen, zitting houdt; is of wordt er geen vordering voor de rechter gebracht, dan geschiedt de betekening aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied de verzoeker zijn woonplaats heeft of, indien hij geen woonplaats in België heeft, aan de procureur des Konings te Brussel.
De betekeningen mogen altijd aan de persoon worden gedaan, indien deze in België wordt aangetroffen.
De betekening in het buitenland of aan de procureur des Konings is ongedaan indien de partij op wier verzoek ze verricht is, de woonplaats of de verblijfplaats of de gekozen woonplaats van degene aan wie betekend wordt, in België of, in voorkomend geval in het buitenland, kende.
Art. 41. Iedere betekening ten aanzien van de Koning met betrekking tot zijn domeinen wordt gedaan aan de persoon en aan het kabinet van de intendant of van de administrateur van zijn civiele lijst.
Art. 42. De betekeningen worden gedaan:
1° aan de Staat, (op het kabinet van de minister die bevoegd is om er kennis van te nemen of op het kantoor van de door hem aangewezen ambtenaar) of, indien het voorwerp van het geschil behoort tot de bevoegdheid van de Senaat of de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan de griffie van de betrokken vergadering, onverminderd de in artikel 705 gestelde regels;
2° aan de provincie, op de zetel van het provinciebestuur;
3° aan de gemeente, op het gemeentehuis;
4° aan openbare instellingen, instellingen van openbaar nut en stichtingen, op de zetel van hun bestuur;
5° aan vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, op de maatschappelijke zetel of, bij gebreke daarvan, de bedrijfszetel of, indien er geen is, aan de persoon of aan de woonplaats van een der beheerders, zaakvoerders of vennoten;
6° aan buitenlandse vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, op hun maatschappelijke zetel, op hun filiaal of op hun bedrijfszetel in België;
7° aan in vereffening zijnde vennootschappen, op de maatschappelijke zetel of op de woonplaats van een der vereffenaars of, indien er geen vereffenaar is, aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied de laatste maatschappelijke zetel gevestigd was.
(Lid 2 opgeheven)
Art. 42bis. Onverminderd de toepassing van de internationale overeenkomsten ter zake, kan de betekening elektronisch gebeuren.
Zij geschiedt op het gerechtelijk elektronisch adres via een dienstverlener inzake communicatie zoals bepaald in artikel 2, 4, van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering.
Binnen vierentwintig uur na de verzending door de gerechtsdeurwaarder, laat de dienstverlener inzake communicatie bedoeld in het tweede lid een bericht van afgifte van de akte toekomen aan de gerechtsdeurwaarder die de akte heeft verzonden.
Indien de gerechtsdeurwaarder die de akte heeft verzonden binnen de in het derde lid bedoelde termijn geen bericht van afgifte heeft ontvangen, gebeurt de betekening onverwijld overeenkomstig de artikelen 33 en volgende. Het exploot vermeldt het ontbreken van een bericht van afgifte, alsmede de datum en het uur van de elektronische verzending en van het bericht van ontvangst van de dienstverlener. De datum van betekening is de datum waarop de dienstverlener het verzoek tot afgifte aan de geadresseerde ontvangt, overeenkomstig artikel 9, § 1, van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering.
Art. 43. Op straffe van nietigheid, moet het exploot van betekening door de optredende gerechtsdeurwaarder ondertekend zijn en vermelden:
1° de dag, de maand en het jaar, en de plaats van de betekening;
2° (de naam, de voornaam, het beroep, de woonplaats en, in voorkomend geval, het gerechtelijk elektronisch adres, de hoedanigheid en de inschrijving in de Kruispuntbank van ondernemingen van de persoon op wiens verzoek het exploot wordt betekend;)
3° (de naam, de voornaam, de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, de verblijfplaats en, in voorkomend geval, het gerechtelijk elektronisch adres en de hoedanigheid van de persoon voor wie het exploot bestemd is;)
4° (de naam, voornaam en, bij voorkomend geval, de hoedanigheid van de persoon aan wie afschrift ter hand gesteld is, of in het geval bedoeld in artikel 38, § 1, het achterlaten van het afschrift, of in de gevallen bedoeld in artikel 40, de afgifte van het exploot op de post;)
5° (de naam en de voornaam van de gerechtsdeurwaarder en het adres van zijn kantoor en, in voorkomend geval, zijn gerechtelijk elektronisch adres;)
6° de omstandige opgave van de kosten der akte.
(7° de in artikel 42bis bedoelde wijzen van betekening en, in voorkomend geval, de in artikel 42bis, vierde lid, bepaalde vermeldingen.)
De persoon aan wie het afschrift wordt ter hand gesteld, tekent het origineel voor ontvangst. Weigert hij te tekenen, dan maakt de deurwaarder daarvan melding in het exploot.
Art. 44. Wanneer het afschrift niet aan de persoon zelf kan worden ter hand gesteld, wordt het afgegeven onder gesloten omslag, met de stempel van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder op de sluiting, de naam, de voornaam en de woonplaats van de geadresseerde en de vermelding “Pro Justitia _ Dadelijk af te geven”. Op de omslag mag geen andere vermelding voorkomen.
Van het vervullen van al die formaliteiten wordt melding gemaakt in het exploot en op het afschrift.
De afschriften van een exploot betreffende verscheidene personen met dezelfde woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, dezelfde verblijfplaats, worden evenwel niet onder gesloten omslag afgegeven indien de afgifte geschiedt aan een van die personen.
Art. 45. Het afschrift van het exploot moet, op straffe van nietigheid, alle vermeldingen van het origineel bevatten en door de gerechtsdeurwaarder getekend zijn.
Art. 46. § 1. In de gevallen die de wet bepaalt, zorgt het openbaar ministerie ervoor dat de kennisgeving bij gerechtsbrief geschiedt.
De gerechtsbrief wordt door de postdiensten ter hand gesteld aan de geadresseerde in persoon, aan diens woonplaats, aan het politiecommissariaat, aan de burgemeester, aan een schepen of aan de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, zoals bepaald is in de artikelen 33, 35, 37, § 1, en 39. De persoon aan wie de brief ter hand wordt gesteld, tekent en dateert het ontvangstbewijs dat door de postdiensten aan de afzender wordt teruggezonden. Weigert die persoon te tekenen of te dateren, dan maakt de aangestelde van de postdiensten van die weigering melding onderaan op het ontvangstbewijs.
De commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, aan wie de gerechtsbrief ter hand is gesteld, neemt de nodige maatregelen opdat de gerechtsbrief binnen de kortst mogelijke tijd bij de betrokkene toekomt.
De terhandstelling van de gerechtsbrief aan de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, alsook de bezorging ervan aan de geadresseerde geschieden kosteloos.
§ 2. In de gevallen die de wet bepaalt, zorgt de griffier ervoor dat de kennisgeving bij gerechtsbrief geschiedt.
In geval de gerechtsbrief in gedrukte vorm wordt bezorgd, wordt de brief door de postdiensten ter hand gesteld aan de geadresseerde in persoon of aan diens woonplaats zoals bepaald in de artikelen 33, 35 en 39. De persoon aan wie de brief ter hand wordt gesteld, tekent en dateert het ontvangstbewijs dat door de postdiensten aan de afzender wordt teruggezonden. Weigert die persoon te tekenen of te dateren, dan maakt de aangestelde van de postdiensten van die weigering melding onderaan op het ontvangstbewijs.
Ingeval de gerechtsbrief noch aan de geadresseerde in persoon noch aan diens woonplaats ter hand kan worden gesteld, laat de aangestelde van de postdiensten een bericht achter dat hij is langsgekomen. De brief wordt gedurende acht dagen op het postkantoor in bewaring gehouden. Hij kan tijdens die termijn afgehaald worden door de geadresseerde in persoon of door de houder van een schriftelijke volmacht.
Wanneer evenwel de geadresseerde van de gerechtsbrief om de terugzending van zijn briefwisseling heeft verzocht of hij de bewaring ervan op het postkantoor heeft gevraagd, wordt de brief tijdens de periode die door het verzoek wordt gedekt, teruggezonden naar of bewaard op het adres dat de geadresseerde heeft aangewezen.
De aan een gefailleerde geadresseerde brief wordt aan de curator ter hand gesteld.
De Koning regelt de wijze waarop het derde tot het vijfde lid worden toegepast.
§ 3. De griffier of het openbaar ministerie kan de gerechtsbrief per elektronische post aan een dienstverlener inzake communicatie zoals bedoeld in artikel 2, 4°, van de wet van… betreffende de elektronische procesvoering verzenden, die ermee belast is de brief af te drukken en aan de geadresseerde te doen toekomen. De verzending van de afgedrukte gerechtsbrief wordt geregeld in de §§ 1 en 2.
De dienstverlener inzake communicatie kan de gerechtsbrief die aan de geadresseerde is gericht, voor eensluidend verklaren met die verzonden door de griffier of door het openbaar ministerie. Hij kan eveneens het bewijs leveren van de datum waarop hij de gerechtsbrief aan de postdiensten heeft bezorgd of aan de geadresseerde heeft doen toekomen.
§ 4. Onverminderd de toepassing van de internationale overeenkomsten ter zake, kan de gerechtsbrief per elektronische post worden verzonden.
Hij wordt naar het gerechtelijk elektronisch adres verzonden via een dienstverlener inzake communicatie zoals bepaald in artikel 2, 4°, van de wet van … betreffende de elektronische procesvoering.
Indien binnen vierentwintig uur na de verzending door de griffie of het openbaar ministerie de dienstverlener inzake communicatie geen bericht van afgifte van de gerechtsbrief laat toekomen aan de griffie of aan het openbaar ministerie, gebeurt de kennisgeving onverwijld, naar gelang van het geval overeenkomstig §§ 1, 2 of 3.
In dit geval is de datum van de gerechtsbrief de datum waarop de dienstverlener inzake communicatie het verzoek tot afgifte aan de geadresseerde ontvangt, overeenkomstig artikel 9, § 1, van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering.
Ook in dit geval worden op de brief het ontbreken van bericht van afgifte vermeld, alsmede de datum en het uur van de elektronische verzending en van het bericht van ontvangst van de dienstverlener inzake communicatie zoals omschreven in artikel 2, 4°, van dezelfde wet.
§ 5. De Minister van Justitie kan de in acht te nemen vormen en de bij de verzending van de gerechtsbrief te vermelden dienstaanwijzingen bepalen. Ligt de plaats van bestemming in het buitenland, dan wordt de gerechtsbrief vervangen door een ter post aangetekende brief, onverminderd de in internationale overeenkomsten bepaalde wijzen van overbrenging en de toepassing van de §§ 3 en 4.
§ 6. Wanneer een eisende of verzoekende partij zulks verlangt in het exploot van rechtsingang of in het verzoekschrift, hetzij schriftelijk en ten laatste op het ogenblik van de eerste verschijning voor de rechter, worden de kennisgevingen bij gerechtsbrief vervangen door betekeningen, verricht op verzoek van de partij aan wie de betekening toekomt.
§ 7. De regels voor de verzending van de gerechtsbrief zijn van toepassing op de aangetekende zending met ontvangstbewijs.
Art. 47. Geen betekening mag worden gedaan:
1° in een voor het publiek niet toegankelijke plaats, vóór zes uur ’s morgens en na negen uur ’s avonds;
2° op zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag behalve in spoedeisende gevallen en met verlof van de vrederechter, wanneer het een dagvaarding betreft in een zaak die voor hem moet worden gebracht, met verlof van de rechter die machtiging heeft verleend voor de akte, wanneer het een akte betreft waartoe voorafgaande machtiging is vereist, en in alle andere gevallen met verlof van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.