De verkeerswet voor jonge bestuurders
Artikel 38 §5 Wegverkeerswet luidt als volgt:
“De rechter moet het verval tot sturen uitspreken en het herstel tot het recht tot sturen minstens afhankelijk maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot het verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige sinds minder dan 2 jaar houder is van het rijbewijs B.
Het eerste lid is niet van toepassing op art. 38, §1, 2° in geval van een verkeersongeval met enkel lichtgewonden.
Het eerste lid is niet van toepassing op de overtredingen van de tweede graad zoals bedoeld in art. 29, §1.“
Voormeld wetsartikel trad in werking op 1 september 2007.
Zij die gedurende minder dan 2 jaar houder zijn van een rijbewijs worden (zeer) zwaar gestraft zodra zij bepaalde verkeersovertredingen begaan.
De wetgever verplicht de Rechter immers:
- Om het verval van het recht tot sturen uit te spreken;
- Het herstel van het recht tot sturen afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen.
Voor welke overtredingen gelden deze sancties?
Ten eerste voor snelheidsovertredingen.
Daarnaast gelden de zware sancties tevens voor alle overtredingen van de derde en de vierde graad, zoals bijvoorbeeld voor de bestuurder die zijn/haar rijbewijs niet bij heeft of voor bestuurders die de regels voor het links afslaan niet al te nauw nemen.
In de praktijk?
‘Jonge bestuurders’ dienen bijzonder waakzaam te zijn in het verkeer. In de praktijk worden de zware sancties consequent toegepast.
Het feit dat er voor ‘jonge bestuurders’ bijzondere sancties gelden, impliceert eveneens dat de politie hen geen voorstel tot minnelijke schikking meer mag aanbieden.
Contacteer ons vrijblijvend indien U bent gedagvaard voor de politierechtbank.