Nummer met lokaal tarief

Schadevergoeding voor zwakke weggebruiker

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in Verkeersrecht.

Contacteer ons via het online formulier of bel ons kantoor te Gent, Antwerpen of Brussel.

Wat zijn zwakke weggebruikers?

Het gaat om:

  • Voetgangers;
  • Fietsers;
  • Passagiers van een voertuig (dus iedereen behalve de bestuurder).

Automatische vergoedingsregeling

De wettelijke regeling is terug te vinden in de artikelen 29bis en 29ter van de (gewijzigde) Wet van 21 maart 1989 betreffende de verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen (‘de WAM-wet’).

Zwakke weggebruikers worden automatisch vergoed door de aansprakelijkheidsverzekeraar van één der betrokken motorvoertuigen, zonder dat de fout van de bestuurder moet bewezen worden.

Wie krijgt vergoeding?

Elk slachtoffer dat als zwakke weggebruiker schade lijdt in een verkeersongeval, alsook diens rechthebbenden, komen in aanmerking voor vergoeding.

Opmerking: ‘Rechthebbenden’ zijn schadelijders door weerkaatsing. Als rechthebbende heeft u dus enkel recht op een schadevergoeding ten gevolge van het overlijden of de lichamelijke letsels van het slachtoffer als dusdanig.

Als bestuurder is men geen zwakke weggebruiker en komt men in die regeling niet in aanmerking voor vergoeding.

Uitzondering: Indien de zwakke weggebruiker iemand is die ouder is dan 14 jaar en het schadegeval een (poging tot) zelfdoding betreft, vervalt de automatische vergoedingsregeling.

Voorwaarden voor vergoeding?

Alvorens men als zwakke weggebruiker een schadevergoeding kan vorderen, dient men het bewijs te leveren dat men:

  • Schade heeft geleden;
  • In een verkeersongeval;
  • Waarin een motorrijtuig betrokken was.

De zwakke weggebruiker die schade heeft geleden, moet in eerste instantie bewijzen dat zulks het gevolg is van een verkeersongeval.

Het begrip ‘verkeersongeval’ wordt ruim geïnterpreteerd en vereist volgens het Hof van Cassatie enkel dat het gaat “om een ongeval dat verband houdt met de deelneming aan het verkeer op de openbare weg.”

Het feit dat de bestuurder van het voertuig de schade opzettelijk heeft veroorzaakt, sluit niet uit dat de zwakke weggebruiker dient te worden vergoed.

Voorts dient men als zwakke weggebruiker aan te tonen dat er in het verkeersongeval een motorrijtuig ‘betrokken’ was.

Het begrip ‘motorrijtuig’ is heel ruim, met name ieder rijtuig of voertuig bestemd om zich over de grond te bewegen en dat door mechanische kracht kan gedreven worden, ongeacht of het aan spoorstaven is verbonden of niet.

Wel: trein en tram

Niet: een rolstoel met een eigen aandrijving. Gebruikers daarvan worden trouwens als zwakke weggebruikers beschouwd.

Het motorrijtuig moet ‘betrokken’ geweest zijn bij het verkeersongeval.

In de rechtspraktijk wordt ook dit begrip ruim ingevuld.

Zo is het zelfs niet vereist dat het ongeval wordt veroorzaakt door het voertuig, noch dat het voertuig in beweging is op het ogenblik van het ongeval.

Het contact tussen het voertuig en de zwakke weggebruiker kan op zich al voldoende zijn.

Anderzijds werd reeds geoordeeld dat er zelfs helemaal geen contact tussen voertuig en zwakke weggebruiker hoeft te zijn. Het ging hier om een geval waarin er een kruiwagen deels op het fietspad stond. De aankomende fietser moest die kruiwagen langs links zien te ontwijken, maar kon dit niet doen aangezien hij door een bromfiets werd ingehaald. De fietser knalde vervolgens tegen de kruiwagen. De bromfiets werd als ‘betrokken mototrrijtuig’ beschouwd.

Wie dient de vergoeding te betalen?

Naar vergoedingsplicht toe, maakt artikel 29bis WAM-wet een onderscheid naargelang het betrokken motorrijtuig al dan niet aan spoorstaven gebonden is:

  • Het betrokken motorrijtuig is aan spoorstaven gebonden:

De vergoedingsplicht rust steeds op de eigenaar van het betrokken motorrijtuig, ongeacht of de betrokken trams of treinen worden ingezet in het openbaar vervoer, dan wel of zij privé-eigendom zijn en ingezet worden in bijvoorbeeld pretparken.

  • Het betrokken motorrijtuig is niet aan spoorstaven gebonden:

De vergoedingsplicht berust in principe op de WAM-verzekeraar. Als slachtoffer kan men ieder van de betrokken WAM-verzekeraars afzonderlijk aanspreken ter vergoeding van de gehele schade. Deze zijn immers hoofdelijk gehouden tot vergoeding van de schade.

Wat indien het betrokken motorrijtuig niet geïdentificeerd werd?

In voorkomend geval kan de zwakke weggebruiker het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds aanspreken (GMWF).

Wat wordt vergoed?

De vergoedingsplichtige dient alle schade te vergoeden die door het slachtoffer en/of diens rechthebbenden werd geleden en die voortvloeit uit lichamelijk letsel of uit het overlijden van het slachtoffer.

Het gaat bijvoorbeeld om:

  • Medische kosten
  • Loonverlies bij arbeidsongeschiktheid
  • Schade door weerkaatsing ten gevolge van het overlijden van een kind.

Materiële (of stoffelijke) schade komt in principe niet in aanmerking voor vergoeding.

Uitzonderingen: De kledijschade en de schade aan functionele prothesen, zijnde de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren (een bril, hoorapparaat, kunstbeen, enzovoort).

Wat met andere materiële schade?

De andere materiële schade kan verhaald worden op de voor het ongeval aansprakelijke partij.

Hiervoor dient dan een vordering te worden ingesteld op basis van de gewone regeling die geldt voor burgerlijke aansprakelijkheid.

De correcte becijfering van het door het slachtoffer geleden schade is niet altijd zo evident. Bovendien lijken sommige verzekeraars nogal eens onnodig te talmen wanneer zij in betaling worden aangesproken.

Laat u dan ook tijdig bijstaan door een advocaat. Ons kantoor is gespecialiseerd in het opstellen van een schadenota.

Gerelateerde online diensten

Er zijn voor dit artikel geen gerelateerde online diensten. U kan via deze link een overzicht van onze online diensten bekijken.

Vond U dit artikel nuttig? Bedank ons met een review op google!
Gent
Antwerpen!

Kantoren

Gent

Brugsevaart 32

9030 Gent

+32 (0)9 349 61 23

Antwerpen

Brusselstraat 51

2018 Antwerpen

+32 (0)3 369 12 72

Brussel

Koloniënstraat 11

1000 Brussel

+32 (0)2 669 09 14