Wetgevend kader verzachtende omstandigheden
De rechter kan bij een dagvaarding wegens overdreven snelheid steeds verzachtende omstandigheden in acht nemen.
Met de wet van 2003 werden de verzachtende omstandigheden afgeschaft omdat dit hiermee volgens de wetgever een te grote beslissingsmacht aan de politierechters werd toegekend.
Uiteindelijk werden de verzachtende omstandigheden terug ingevoerd in 2005. Deze zijn thans terug te vinden onder paragraaf 4 van art. 29 van de Wegverkeerswet (KB 16 maart 1968):
“§ 4. In geval van verzachtende omstandigheden kan de geldboete verminderd worden, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen.
Indien voor dezelfde feiten een verval van het recht tot sturen en een geldboete wordt uitgesproken, dan kan de rechter de geldboete verminderen met de door de betrokkene te betalen kosten van de herstelonderzoeken en -examens en de erelonen van de geneesheer en psycholoog, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen. Enkel de kosten en bijhorende erelonen van de herstelonderzoeken en -examens die door de betrokkene voor de eerste maal worden afgelegd worden in aanmerking genomen. De door de betrokkene te betalen kosten en bijhorende erelonen van de herstelonderzoeken en -examens zijn vaste bedragen die vooraf door de Koning worden bepaald.“
Het in acht nemen van verzachtende omstandigheden kan er echter niet toe lijden dat er geen straf wordt opgelegd. De rechter dient zich steeds aan een minimumgeldboete te houden, dewelke bepaald wordt aan de hand van de overtreding.
Voorbeelden
Voorbeelden van verzachtende omstandigheden zijn:
- Een blanco strafregister of een eerste snelheidsovertreding
- Het dringend karakter van de verplaatsing
Ook de financiële situatie van de beklaagde kan als verzachtende omstandigheid aangevoerd worden.
De rechter is niet verplicht om een bepaalde omstandigheid te aanvaarden als verzachtend. De rechter is volledig vrij in de beoordeling om de bestraffing aan te passen aan de omstandigheden. Zo zal het dringend karakter van de verplaatsing zelfs bij een arts niet steeds leiden tot een lichtere straf. De formulering ten aanzien van de politierechter is zoals steeds van essentieel belang.