Artikel 33, § 1, Wegverkeerswet stelt de bestuurder van een voertuig strafbaar die, wetend dat dit voertuig oorzaak van, dan wel aanleiding tot een ongeval op een openbare plaats is geweest, de vlucht neemt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten is.
Het morele bestanddeel van het misdrijf moet op het ogenblik van de vlucht aanwezig zijn.
Het vonnis oordeelt dat de bedoeling om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken kan worden afgeleid uit de verklaring van de eiser die, toen hij door de politie naar de plaats van het ongeval werd teruggevoerd na zich eerst vandaar te hebben verwijderd, ontkende dat hij de bestuurder van het verongelukte voertuig was.
Het vonnis wijst er echter eveneens op dat de eiser kan hebben beslist de plaats van het ongeval te verlaten, wegens de plaatsgesteldheid, het tijdstip en het ontbreken van communicatiemiddelen.
De correctionele rechtbank heeft dus niet vastgesteld dat de bedoeling om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken aanwezig was op het ogenblik dat de eiser besloot de plaats van het ongeval te verlaten, en evenmin heeft ze vastgesteld dat de vlucht gebeurde vanaf de plaats waar de bevoegde agenten de veroorzaker van het ongeval konden aantreffen.
De rechters konden het vluchtmisdrijf niet bewezen achten, omdat zij aldus het materiële van het morele bestanddeel van het misdrijf hebben gescheiden.
Bekijk de uitspraak op 10 november 2010
Vluchtmisdrijf is een ogenblikkelijk misdrijf.
Er is sprake van vluchtmisdrijf indien de bestuurder zich niet als bestuurder van het voertuig dat oorzaak dan wel aanleiding was van een ongeval op een openbare plaats, kenbaar maakt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, ongeacht of hij ter plaatse blijft. De dienstige vaststellingen zijn niet alleen de vaststellingen die nodig zijn om de verantwoordelijkheid voor het gebeurde verkeersongeval te kunnen bepalen, maar ook de vaststellingen betreffende onder meer dronkenschap of alcoholintoxicatie.
De beklaagde ontkende niet alleen dat hij de bestuurder was van het in het verkeersongeval betrokken voertuig, wat niet geloofwaardig is. Hij weigerde aanvankelijk ook de alcoholtest af te leggen zeggende dat hij niet de bestuurder van het voertuig was. Om die redenen kan de beklaagde veroordeeld worden voor het voltrokken misdrijf van vluchtmisdrijf.
Bekijk de uitspraak op 26 mei 2015
Het voor vluchtmisdrijf vereist opzet is aanwezig wanneer een bestuurder de plaats van het ongeval verlaat en pas 13 uur later de politie verwittigt.
In deze merkwaardige casus had een zakenman namelijk een ongeval op een plaats waar hij niemand kon bereiken, en niet anders kon dan weggaan en pas ’s anderendaags de politiediensten te contacteren. De man had geen werkende GSM bij zich had op de plaats van het ongeval.
Dit laatste feit mag dan al kloppen, maar hij heeft de politiediensten niet bij thuiskomst verwittigd. Integendeel belde hij zijn garage om 8u30 om het voertuig te laten wegtakelen.
De rechtbank oordeelt dat het niet geloofwaardig klinkt dat een zakenman niet weet dat de politie ook permanentiediensten ‘s nachts heeft.
De man verliet de plaats van het ongeval zodat de vaststellingen in verband met mogelijke dronkenschap, intoxicatie, vermoeidheidsgraad, lichamelijke geschiktheid en de technische staat van het voertuig, welke eveneens belangrijk zijn om de aansprakelijkheid voor het ongeval te bepalen, niet konden gebeuren.
De man pleegde vluchtmisdrijf door zonder meer de plaats van het ongeval te verlaten, zijn voertuig in de gracht achter te laten en zich pas bijna 13 uren later bij de politie aan te bieden, nadat zijn garagist hem had gemeld dat de politie op de hoogte was.
Bekijk de uitspraak op 2 juni 2015