Handelshuur
Handelshuur Handelshuur is de huur van een onroerende goed (of gedeelte van een onroerend goed) die hoofdzakelijk bestemd is om gebruikt te worden voor de uitoefening van kleinhandel
Handelshuur Handelshuur is de huur van een onroerende goed (of gedeelte van een onroerend goed) die hoofdzakelijk bestemd is om gebruikt te worden voor de uitoefening van kleinhandel
Het handelsfonds bevat alle materiële en immateriële bestanddelen die behoren tot een handelszaak.
De wederzijdse beëindiging van de handelshuur is gebonden aan strikte wettelijke voorwaarden.
Artikel 3, vierde lid, van de Handelshuurwet bepaalt dat de partijen te allen tijde de lopende huur kunnen beëindigen, op voorwaarde dat hun akkoord wordt vastgesteld bij een authentieke akte of bij een verklaring voor de rechter afgelegd. Die bepaling is in het belang van de huurder. De huurder kan als beschermde partij niet verplicht worden zich op een regel van relatieve nietigheid die volgt uit de schending van de dwingende rechtsregel te beroepen.
Wanneer de partijen een handelshuurovereenkomst hebben beëindigd met hun wederzijds akkoord, zonder dat dit is vastgesteld bij authentieke akte of bij een voor de rechter afgelegde verklaring, kan de huurder afzien van de daaruit voortvloeiende nietigheid en zodanige beëindiging bewijzen.
De uitzettingsvergoeding is verschuldigd wanneer het recht op huurhernieuwing wordt geweigerd. De vergoeding wegens uitzetting wordt in de handelshuurwet als volgt omschreven: Art. 25 Indien de
Uit artikel 25, eerste lid, 6°, van de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten, gewijzigd bij de wet van 29 juni 1955 volgt niet dat de soortgelijke handel gedreven moet worden door een van de personen die vermeld worden in artikel 25, eerste lid, 2° en 5°, of in 26 van de wet van 30 april 1951, noch dat de opening van de handelszaak op bedrieglijke wijze verborgen moest worden gehouden voor de huurder toen hem de weigering van de huurhernieuwing werd gemeld
Copyright © 2018 Alto Advocaten