Nummer met lokaal tarief

Contractbreuk

Contractbreuk en afwerving van cliënteel

Het afwerven van cliënteel van een concurrent is op zich geoorloofd, vermits deze voortvloeit uit de vrijheid van concurrentie. Deze afwerving wordt onrecht-matig op het ogenblik dat zij gepaard gaat met bijzondere omstandigheden en omwille van het doel dat zij beoogt (Gent, 5 mei 1999, Jaarboek Handels-praktijken & Mededinging 1999, 528).

Appellanten verwijzen naar de vier cumulatieve voorwaarden welke moeten vervuld zijn opdat er sprake zou kunnen zijn van derde-medeplichtigheid aan contractbreuk (cfr. Cass., 28 november 2002, T.B.B.R. 2004, 402).Er moet echter een belangrijk onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds derde-medeplichtigheid aan contractbreuk, wat op zichzelf reeds onrechtmatig is en het voorwerp van een contractuele vordering, en anderzijds het aanzetten tot contractbreuk als bijkomende bezwarende omstandigheid in het kader van afwerving van cliënteel als oneerlijke handelspraktijk en voorwerp van een stakingsvordering. In huidige procedure moet geïntimeerde niet aantonen dat de vier voorwaarden tot daadwerkelijke derde-medeplichtigheid aan contractbreuk zijn vervuld.

Cliënteel dat contractueel verbonden is, kan niet als “res nullius” worden beschouwd en heeft een patrimoniaal karakter. De vrijheid van concurrentie is veel beperkter m.b.t. contractueel verbonden cliënteel dan t.o.v. vrij cliënteel. Appellanten kunnen moeilijk stellen dat zij niet op de hoogte waren van de lopende contracten tussen geïntimeerde en haar klanten.

Meer Lezen