Indien de koper vóór de voltooiing der werken geen enkele storting moet doen, is de Wet Breyne niet van toepassing, tenzij partijen de Woningbouwwet op hun overeenkomst toepasselijk hebben verklaard.
Het begrip ‘storting’ is ruimer dan ‘betaling’. Onder ‘storting’ wordt elke vorm van verarming in hoofde van de koper begrepen.
Opgelet: Er bestaat een absoluut verbod voor de bouwpromotor, verkoper of aannemer om vóór de ondertekening van een overeenkomst die voldoet aan de bepalingen van de Woningbouwwet, enige betaling (onder welke vorm ook) te eisen of te aanvaarden vanwege de kandidaat-koper.
Praktijkvoorbeeld: het Hof van Beroep te Antwerpen oordeelde in haar arrest van 11 december 2000 dat de betaling aan de aannemer, waarin de vergoeding van de met deze aannemer verbonden bouwcoördinator was begrepen, een ongeoorloofde omzeiling van de Wet Breyne uitmaakte.
Tip: wanneer men als koper-opdrachtgever gevraagd wordt om in handen van de verkoper (of een met hem verbonden derde) een som te storten als waarborg voor de betalingen, is het meer dan aan te raden om zulks niet te doen.
Dergelijke “waarborg” komt immers – in geval van faillissement van de verkoper (of derde) – in de failliete boedel terecht.
De Woningbouwwet tracht nu net deze toestanden te vermijden!