De ‘onderhoudsperiode’ of ‘waarborgtermijn’.
De onderhoudsperiode fungeert voor de koper of opdrachtgever als een soort van ‘afwerkingsgarantie’. De voorlopige oplevering houdt immers geen aanvaarding in van het bouwwerk. Wanneer naar aanleiding van de voorlopige oplevering eenvoudig waarneembare bouwkundige gebreken en/of tekortkomingen in de conformiteit zijn vastgesteld, dan zal de bouwpromotor/aannemer de gebreken moeten herstellen en/of zijn leveringsplicht correct moeten nakomen. Dit laatste evident op diens eigen kosten.
Normaal gezien duurt de waarborgtermijn minstens twaalf maanden en eindigt deze met de definitieve oplevering. Dan zal moeten gecontroleerd worden of de bouwpromotor alles heeft hersteld. Indien zulks niet het geval blijkt te zijn of nog, indien herstel niet meer mogelijk is, dan zal de koper of opdrachtgever genoegen moeten nemen met een compenserende schadevergoeding en/of een vergoeding wegens waardevermindering (hetzij minnelijk hetzij gerechtelijk bepaald).
Samen met de definitieve oplevering beginnen twee nieuwe termijnen te lopen, namelijk:
- De korte termijn inzake de aansprakelijkheid voor lichte verborgen gebreken;
- De tienjarige aansprakelijkheid.