Nummer met lokaal tarief

De hardship clausule

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in Contracten.

Contacteer ons via het online formulier of bel ons kantoor te Gent, Antwerpen of Brussel.

I. Inleiding

Onvoorziene omstandigheden kunnen zich steeds voordoen. Vooral bij langdurige overeenkomsten bestaat er een verhoogd risico op een gewijzigde context.[1] Deze situaties geven gebeurlijk aanleiding tot een contractueel onevenwicht, die de partijen niet beoogden.[2] Vermits verbintenissen van langere duur, omwille van de aard van het voorwerp van de verbintenis of omdat men uiting wil geven aan een bepaald vertrouwen in de contractspartij, in vele gevallen noodzakelijk zijn, is het van belang eventuele contextuele wijzigingen in rekening te nemen.

In deze context moet men de hardship clausules zien. Deze clausules hebben als voornaamste doel[3] contractueel dergelijke risico’s te dekken. Vooral in internationale relaties, waar logischerwijze externe invloeden een grotere rol spelen, bestaat een grote noodzaak dergelijke clausules te hanteren.[4]

Allereerst wordt de internationale context geduid. (II) Het komt namelijk courant voor dat contractspartijen in een internationale relatie een rechtskeuze overeenkomen en contractueel vastleggen. Bijgevolg kan het nuttig zijn hardship in zowel het continentaal en anglosaksisch recht, met bijzondere aandacht voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, te bestuderen.

Vervolgens wordt de Belgische situatie dieper ontleed. (III) De imprevisieleer wordt traditioneel verworpen. Het is van belang de hardship clausules hiermee in verband te brengen, om zo de draagwijdte van hardship clausules beter te begrijpen en te bepalen.

Tenslotte volgt een schematische analyse van de hardship clausule (IV).

II. Hardship in internationale context

A. Algemeen

Hardship clausules worden frequent gebruikt in internationale contracten.[5] Dit hoeft niet te verwonderen gelet op de sterk veranderlijke omstandigheden waaraan dit soort contracten onderworpen is. Om de hardship clausule goed te kunnen duiden, dienen eerst enkele zaken verduidelijkt te worden. Vooreerst is het logischerwijze van belang te weten wat juist moet verstaan worden onder hardship. Vervolgens is een onderzoek van de verschillende, belangrijkste nationale regelingen op zijn plaats. Zoals verder zal blijken, verschilt de regeling omtrent overmacht en imprevisie sterk naargelang welk recht men toepast. Tenslotte dringt zich een lezing op van de belangrijkste internationale verdragen en principes inzake contractenrecht. Omwille van de steeds toenemende internationale inslag van contracten, mag men de toepasselijke verdragen niet uit het oog verliezen. Door zijn breed toepassingsgebied speelt vooral het Weens koopverdrag (C.I.S.G.) op internationaal vlak een grote rol.

B. Hardship

1. Definiëring

De hardship clausule is een kind van de praktijk.[6] Het begrip hardship heeft geen juridische betekenis in het Engels of Amerikaans recht.[7] Op basis van de betekenis die er gewoonlijk aan gegeven wordt in hardship clausules, dient hardship begrepen te worden als de onvoorzienbare omstandigheden, onafhankelijk van de wil van de partijen, die de uitvoering van het contract fundamenteel bemoeilijken (harder).[8] Hardship leunt erg dicht aan bij wat verstaan wordt onder imprevisie (imprévision) in het Belgische of Franse recht.[9]

Welke kenmerken kunnen uit de definitie gedistilleerd worden? De situatie moet onvoorzienbaar (imprévisible) en onvermijdbaar zijn. Hieruit volgt dat de oorzaak van de gewijzigde omstandigheden niet bij één van de partijen mag liggen.[10] Verder dient hardship fundamenteel van aard te zijn, d.i. het contractueel evenwicht is op dusdanige manier aangetast dat de benadeelde partij onder deze omstandigheden niet gecontracteerd zou hebben.

Wat betreft de gevolgen van hardship op het contract kan kort gewezen worden op de twee mogelijkheden: ofwel wordt het contract aangepast, ofwel wordt het contract beëindigd.[11]

Zoals zal blijken is er geen algemene regel die de situatie van hardship beheerst. Ieder nationaal recht heeft een eigen unieke benadering tot deze problematiek. Internationaal is er vooralsnog geen sprake van een consensus.

2. Onderscheid met overmacht

Hoewel de oorzaak van overmacht (force majeur) en hardship in dezelfde richting gezocht moet worden (onvoorziene omstandigheden), verschillen ze fundamenteel zowel in hun werking als hun gevolgen.

Vooreerst veronderstelt men bij overmacht dat verdere uitvoering van de verbintenissen onmogelijk is geworden. Terwijl bij hardship enkel het presteren moeilijker (harder) wordt.[12] Hoewel dit verschil theoretisch makkelijk te maken is, is dit in de praktijk niet altijd het geval.[13]

Een ander verschil moet gezocht worden in de mogelijke gevolgen. Overmacht zal steeds tot het beëindigen van het contract leiden.[14] Bij hardship daarentegen bestaat de mogelijkheid nog tot aanpassing van het contract.[15]

Omdat hardship en overmacht danig verschillen, is het aangewezen ze verschillend te regelen in afzonderlijke clausules.[16] Er is evenwel een tendens om beide te omvatten in één clausule die onvoorziene omstandigheden regelt.[17]

C.     Continentaal recht

1. Duitsland, Nederland

Het Duitse B.G.B. bevat enkel een regeling betreffende de Unmöglichkeit, d.i. de onmogelijkheid om een contract uit te voeren wegens onvoorzienbare omstandigheden.[18] Het Unmöglichkeit concept leunt aan bij ons overmachtsbegrip. Gevallen van hardship worden niet door het B.G.B. geregeld. Het Reichsgericht past echter wel de theorie van de Wegfall der Geschäftsgrundlagen toe. Geschäftsgrundlagen zijn de basisdoelstellingen of fundamenten van een contract die voortvloeien uit de wil van de partijen. Indien door onvoorziene omstandigheden het evenwicht tussen de prestaties zo wordt aangetast dat de grondslagen van het contract wegvallen, kan de rechter het contract ontbinden of, indien de situatie zich daartoe leent, aanpassen. De Wegfall der Geschäftsgrundlagen in Duitsland stemt duidelijk grotendeels overeen met onze imprevisieleer.[19]

Het N.B.W. bevat een regeling inzake hardship die gelijkaardig is aan die van De Wegfall der Geschäftsgrundlagen. Art. 258 N.B.W. bepaalt terzake: “de rechter kan op verlangen van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.” Aldus heeft ook Nederland een opening naar de toepassing van de imprevisieleer.[20]

2. Frankrijk, België, Luxemburg

Het Franse recht maakt een radicale scheiding tussen force majeur en imprévision.[21] De pacta sunt servanda regel heeft er diepe wortels.[22] De enige manier om aan de bindende kracht van een contract te ontkomen is in principe overmacht.[23] Het Franse recht biedt dan ook geen mogelijkheid tot toepassing van de imprevisieleer.

De Conseil d’État de France[24] heeft evenwel met betrekking tot administratieve contracten een beperkte toepassing van de imprevisieleer toegestaan.[25]

In België heeft het Hof van Cassatie in zijn arresten van 19 mei 1921[26] en 30 oktober 1924[27] de basis voor de verwerping van de imprevisieleer gelegd.[28] Verder zal hier extensiever op teruggekomen worden.[29]

Net zoals Frankrijk en België verwerpt Luxemburg traditioneel de imprevisieleer.[30]

D. Anglo-amerikaans recht

1. Verenigd Koninkrijk

Traditioneel was de Common Law een aanhanger van de pacta sunt servanda opvatting. Contractuele verplichtingen kon men niet ontlopen, zelfs niet indien onvoorziene omstandigheden presteren onmogelijk maakten.[31] Ingevolge Taylor v. Caldwell[32] werd echter ruimte gemaakt voor de toepassing van de impossibility leer: de schuldenaar is niet verplicht te presteren indien dit omwille van onvoorzienbare omstandigheden onmogelijk (impossible) is geworden.

De volgende stap is de nu geldende frustration theorie: indien door gewijzigde omstandigheden (act of God) een situatie ontstaat die danig verschilt van hetgeen de partijen beoogden, wordt het contract gefrustreerd.[33] Hoewel de frustration docrine en de imprevisieleer raakpunten vertonen, kunnen ze toch niet helemaal gelijkgesteld worden.[34] Terwijl bij hardship de aanpassing van het contract mogelijk is, leidt frustration simpelweg tot de ontbinding van het contract.[35]

2. Verenigde Staten

In de lijn van de impossibility doctrine[36] ligt de impracticability leer die in de Verenigde Staten van toepassing is.[37] Deze leer ligt vervat in de Restatement of Contracts en de Uniform Commercial Code (U.C.C.). Art 261 van de Restatement bepaalt: “Where, after a contract is made, a party’s performance is made impracticable without his fault by the occurence of an event, the non-occurrence of which was a basic assumption in which the contract was made, his duty to render that performance is discharged, …”[38]. Art. 2-615 U.C.C. verwoordt de impracticability als volgt: “… delay in delivery or non-delivery in whole or in part by a seller … is not in breach of his duty under a contract for sale if performance as agreed has been made impracticable by the occurence of a contingency the non-ocurrence of which was the basic assumption on which the contract was made or by compliance in good faith with any foreign or domestic governmental regulation or order whether or not it later proves to be invalid”[39].

E.      Internationale en Europese principes

De Unidroit principes bevatten in chapter 6 (Performance), section 2 (Hardship) een vrij uitgebreide regeling van hardship. Art. 6.2.1. benadrukt het pacta sunt servanda principe: “where the performance of a contract becomes more onerous for one of the parties, that party is nevertheless bound to perform its obligations subject to the following provisions on hardship”.

Art. 6.2.2. bevat dan een definitie van hardship: “there is hardship where the occurrence of events fundamentally alters the equilibrium of the contract … and a) the events occur or become known to the disadvantaged party after the conclusion of the contract; b) the events could not reasonably have been taken into account by the disadvantaged party …; c) the risk of the events was not assumed by the disadvantaged party”. Deze voorwaarden vallen grotendeels samen met de hierboven opgesomde kenmerken[40].

Art. 6.2.3. tenslotte bevat de eventuele gevolgen die hardship kan hebben op het contract: “in case of hardship the disadvantaged party is entitled to request renegotiations …”. Indien heronderhandelingen afspringen kan men het dispuut voorleggen aan de bevoegde rechter die door de Unidroit principes twee mogelijkheden aangereikt krijgt: “if the court finds hardship it may, if reasonable, a) terminate the contract at a date and on terms to be fixed; or b) adapt the contract with a view to restoring its equilibrium”.

De Unidroit principes zijn slechts richtlijnen.[41] Ondanks het niet-bindend karakter van de Unidroit principes, oefenen deze toch een grote invloed uit.[42]

Het C.I.S.G. heeft wel bindende kracht. Het Weens koopverdrag bestrijkt een groot deel van de handelstransacties en het belang ervan mag zeker niet onderschat worden. Het C.I.S.G. regelt onvoorziene omstandigheden in art. 79: “een partij is niet aansprakelijk voor een tekortkoming in de nakoming van een van haar verplichtingen, indien zij aantoont dat de tekortkoming werd veroorzaakt door een verhindering die buiten haar macht lag en dat van haar redelijkerwijs niet kon worden verwacht met die verhindering rekening zou hebben gehouden of dat zij deze of de gevolgen ervan zou hebben vermeden of te boven zou zijn gekomen”. Algemeen wordt aangenomen dat hardship niet onder deze omschrijving valt.[43]

De Principles of European Contract Law (PECL)[44] van hun kant bevatten dan wel weer een regeling inzake hardship. Art. 6:111 PECL vangt aan met een bevestiging van het “pacta sunt servanda” principe. Indien de uitvoering van het contract echter buitenproportioneel moeilijk wordt, kan de schuldenaar de heronderhandeling van het contract vragen. Indien de partijen geen overeenstemming bereiken, kan de rechter ofwel het contract beëindigen, ofwel het contract aanpassen. De Principles of European Contract Law bezitten evenwel, net zo min als de Unidroit principes, bindende kracht.

F. Beschouwingen en conclusie

Het moge duidelijk zijn dat er geenszins een uniforme regeling bestaat op het vlak van hardship.[45] Hardship clausules kunnen hier dan ook soelaas bieden. In het geval waar het toepasselijk recht imprevisie niet erkent, kan een hardship clausule de enige manier zijn om een eventueel onevenwicht in de contractuele verhoudingen te verhelpen. Ook in rechtssystemen die een regeling inzake hardship voorzien, kunnen hardship clausules aangewezen zijn. Dit zal met name het geval zijn wanneer deze regeling onvoldoende precies is uitgewerkt.[46]

Dat de hardship clausules best voldoende gespecifieerd worden, kan niet genoeg benadrukt worden.[47] De uiteenlopende interpretaties van de figuur hardship rechtvaardigen dit ook. Wil men oneindige discussies vermijden is een voorzichtige en vooruitkijkende definiëring van de hardship clausule vereist. Waarbij openingen naar het desgevallend toepasselijk recht zoveel mogelijk vermeden worden.[48]

III. Imprevisie in Belgische context

A. Algemeen

 Hardship clausules kunnen niet van de imprevisieleer worden losgekoppeld. Indien er een regeling inzake imprevisieleer in België bestaat, valt een belangrijke incentive weg om deze materie contractueel te regelen. Vandaar het belang om stil te staan bij de wijze waarop de imprevisieleer in België benaderd wordt.

 De imprevisieleer laat de benadeelde partij toe om steeds van zijn verbintenissen ontslaan te worden indien buitengewone omstandigheden, die niet konden voorzien worden op het ogenblik van het sluiten van het contract, het contractuele evenwicht grondig verstoren.[49] Dit concept sluit nauw aan bij wat onder hardship verstaan wordt.[50]

Er moet dus een contractueel onevenwicht voorliggen, veroorzaakt door abnormale gebeurtenissen. Imprevisie is een complexe notie en moet met voorzichtigheid bepaald worden, om de verwarring met andere juridische begrippen niet in de hand te werken te vermijden. [51]

Imprevisie moet van overmacht onderscheiden worden. Overmacht resulteert in de onmogelijkheid tot uitvoering, terwijl bij imprevisie de uitvoering enkel moeilijker, “harder” wordt.[52] Ook mag imprevisie niet verward worden met benadeling. Benadeling ontstaat tijdens het sluiten van het contract, als wilsgebrek. Imprevisie vindt plaats tijdens de uitvoering van het contract.[53]

B. De Imprevisieleer wordt niet aanvaard in België

Het middeleeuwse principe “rebus sic stantibus” bepaalt dat abnormale risico’s buiten de contractuele sfeer vallen. Dit principe werd gedurende lange tijd geacht in ieder contract ingesloten te zijn. Deze opvatting werd echter verlaten met de komst van de Code civil van 1804 in Frankrijk. De Code civil was een sterke aanhanger van de bindende kracht van het contract of anders gezegd, het “pacta sunt servanda” beginsel. Aldus waren de partijen gebonden door de gesloten overeenkomst, wat de omstandigheden ook mochten zijn waaronder het contract uitgevoerd diende te worden. Deze opvatting werd overgenomen in ons Burgerlijk Wetboek.[54]

Gelijkaardig aan de situatie in Frankrijk en Luxemburg, vindt de imprevisieleer in het Belgische recht voorlopig geen ingang. Het Hof van Cassatie is een trouwe aanhanger van het “pacta sunt servanda” principe. In zijn arresten van 19 mei 1921[55] en 30 oktober 1924[56] poneerde het Hof het “pacta sunt servanda” principe uitdrukkelijk, waardoor het impliciet de imprevisieleer naast zich neerlegde. Ook recent verwierp het Hof van Cassatie de imprevisieleer nog.[57]

Aangezien het Hof van Cassatie de imprevisieleer verwerpt, is het aangewezen deze materie contractueel te regelen. Deze contractuele regeling zal dan de vorm van een hardship clausule aannemen.

C. Nuancering

 Hoewel er in België geen consensus bestaat over de mogelijke toepassing van de imprevisieleer[58], bestaat er toch een tendens om imprevisie te erkennen.[59]

Het Hof van Cassatie sloot de deur naar de toepassing van de imprevisieleer, maar dat belet enkele anomalies in de rechtspraak niet.[60] Zo heeft de rechtbank van Koophandel van Brussel in 1979 de imprevisieleer expliciet toegepast.[61] In sommige uitspraken wordt de imprevisieleer niet principieel verworpen, maar wordt vastgesteld dat de toepassingsvoorwaarden niet voldaan zijn.[62] Soms wordt getracht via een uitgebreide interpretatie van de overmachtsleer tot een oplossing te komen.[63]

De rechtsleer stond aanvankelijk ook negatief tegenover een toepassing van de imprevisieleer, maar er pleiten steeds meer auteurs voor om, op grond van de goede trouw[64], een aanpassing van het contract in geval van imprevisie mogelijk te maken.[65]

Een aantal specifieke regelingen erkennen uitdrukkelijk de imprevisieleer.[66] Zo maakt art. 7 van de wet van 20 februari 1991 een herziening van het contract door de rechter mogelijk. Art. 6 van de wet van 30 april 1951 bevat een gelijkaardige bepaling. Ook art. 16, § 2, 1° van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten bestaat de mogelijkheid om de herziening van de overeenkomst te vragen in geval van redelijkerwijze niet de voorziene omstandigheden.[67]

Hoe dan ook loopt het Belgisch recht mijns inziens achterop en is een regeling inzake imprevisie wenselijk. Duitsland en Nederland bevatten uitdrukkelijke bepalingen met betrekking tot imprevisie. Ook Groot-Brittannië en de Verenigde Staten houden rekening met onvoorziene omstandigheden. In verschillende internationale teksten wordt hardship eveneens geregeld.[68] In de rechtsleer wordt dan ook gepleit voor de erkenning van de imprevisieleer.[69]

Maar zelfs mocht de imprevisieleer aanvaard worden, blijven hardship clausules hun nut behouden. Zij het dat dit nut zich op een ander niveau situeert. Er zal steeds nood blijven bestaan aan een contractuele regeling van hardship. Al was het maar omdat partijen hun eigen specifieke noden hebben en een algemene imprevisieleer onmogelijk alle situaties afdoende kan regelen.

IV. Hardship clauses

A. Algemeen

De hardship clausule beoogt de gevolgen van onvoorziene omstandigheden contractueel te regelen. Partijen sluiten een contract om een bepaalde doelstelling te bereiken. Indien door onvoorziene omstandigheden de prestaties van één van de partijen bemoeilijkt worden, zal deze doelstelling moeilijker te bereiken vallen. Indien de tegenpartij zich niet flexibel opstelt, kan de onfortuinlijke schuldenaar in een moeilijke situatie terechtkomen. Een wanprestatie of minstens onwilligheid om de verbintenis verder uit te voeren, zijn quasi onvermijdelijk en zullen de contractsrelatie ernstig vertroebelen.[70] Bijgevolg is het aan te raden vooraf deze situatie te regelen in het contract door middel van een hardship clausule. Deze hardship clausule voorziet dan in heronderhandelingen, waar beide partijen dan gezamenlijk tot een oplossing kunnen komen.[71] Op deze manier kan het contractueel evenwicht, dat was komen te vervallen door de onvoorziene omstandigheden, hersteld worden.

De mogelijke toepassingsgevallen van de hardship clausule zijn legio. Iedere overeenkomst van lange duur of met opeenvolgende prestaties komt ervoor in aanmerking.[72] Zoals bijvoorbeeld contracten betreffende grote bouwwerken, gaswinning, transport, distributie, licenties, …

Hardship clausules zijn niet de enige vorm die gewijzigde omstandigheden contractueel trachten te regelen. De eerste die daarbij in gedachten springt, is de overmachtsclausule. Zoals reeds aangehaald, betreft het situaties waar de verdere uitvoering van het contract onmogelijk gemaakt wordt.

Dichter aansluitend bij hardshipclausules zijn de andere contractsclausules van aanpassing. Zo wordt ook gebruik gemaakt van clausules van indexatie, prijsaanpassing, valuta, …[73] Deze clausules verschillen van hardship clausules in de zin dat ze specifieker zijn. Het doel van deze aanpassingsclausules is veel enger. Terwijl hardship clausules de algemene heronderhandeling van het contract voorzien, zijn de andere contractsclausules van aanpassing veel doelgerichter. Ook voorzien deze clausules meestal in een mechanisme om automatisch het contract, bijvoorbeeld de prijs, aan te passen.[74]

Hierna zal de hardship clausule inhoudelijk bekeken worden aan de hand van de clausules opgenomen in bijlage. Drie onderdelen worden besproken. Vooreerst wordt een mogelijke preambule kort gesitueerd. Daarna wordt ingegaan op de formulering van het toepassingsgebied van de hardship clausule. Tenslotte moet ook het mechanisme van de heronderhandeling gespecifieerd worden.

Een contractsclausule is uiteraard wat de partijen er zelf van maken. In deze zin zijn zij ook aan geen regels gebonden. Het overzicht dat volgt, probeert slechts algemeen de elementen aan te geven die men best in de hardship clausule verwerkt om de effectiviteit ervan zo hoog mogelijk te houden.

B. Inhoudelijk

1. Preambule

Preambules in clausules zijn niet erg gebruikelijk. De juridische waarde van preambules is erg klein. Met betrekking tot interpretatieproblemen kan ze wel enige rol spelen.[75] Preambules formuleert men best met de nodige voorzichtigheid om te vermijden dat er meer waarde aan gehecht zal worden dan wat de bedoeling van de partijen was.

Hardship clausules bevatten soms een preambule. Meestal is deze beperkt tot de enkele vermelding dat de partijen onmogelijk alles contractueel kunnen regelen.[76] Zo stipuleren clausule 5 en 6: “in entering in this long-term Agreement, the parties hereto agree that it is impracticable to make provision for every contingency which may arise during the term thereof …” Mijns inziens is het nut van dergelijke preambules quasi onbestaande. De feitenrechter zal bij de interpretatie van het contract aan de hand van de bovenstaande formulering weinig af kunnen leiden. Hardship situaties zijn immers per definitie onvoorzienbaar zijn en bijgevolg dus ook onmogelijk allemaal contractueel vast te leggen.[77]

2. Toepassingsvoorwaarden

Vooreerst zal men de toepassingsgevallen dienen te definiëren die de contractspartijen als hardship kwalificeren. Verschillende mogelijkheden staan hiervoor open.[78]

Zo heeft clausule 1 het vrij algemeen over “onvoorziene omstandigheden … die de economische basis van de Overeenkomst aantasten”. Clausule 2 op zijn beurt definieert eerst op algemene wijze de onvoorziene omstandigheden: “En cas de survenance d’un évènement” om daarna deze situaties bij wijze van voorbeeld te verduidelijken: “Sont notamment visés les évènements suivant: variation du cours des matières premières, modification des droits de douane, modification du cours des changes, évolution des législations”.

Ook een negatieve opsomming van de onvoorziene omstandigheden is mogelijk.[79] Zo sluit clausule 2 af met: “Price control by the Government of the state of the relevant Buyer(s) affecting the price of natural gas in the market not be considered to constitute substantial hardship”.

Vanzelfsprekend mogen de omstandigheden waaronder een beroep kan gedaan worden op de hardship clausule niet veroorzaakt zijn door de gedraging van één van de partijen.[80] Sommige clausules bepalen dit uitdrukkelijk. Clausule 2 stipuleert: “… without default of the party”.

De situatie die hardship uitmaakt, moet ook onvoorzienbaar en onvermijdbaar zijn.[81] Clausule 1 verwoordt het als volgt: “… die noch door de Bouwheer noch door de Contractant kunnen worden voorkomen”. Ook clausule 2 heeft het over onvermijdbare omstandigheden: “… beyond said party’s control”. Clausule 4 bevat een formulering gelijkaardig aan deze van clausule 2: “… extérieur à la volonté des parties”.

De omstandigheden die men opneemt in de hardship clausule en waaronder de partijen de heronderhandeling van het contract aanvatten, zullen verschillend zijn naargelang de contractssituatie waarin men zich bevindt. Een voldoende precisering is echter aan te raden om misverstanden te voorkomen.[82]

Verder bepaalt een hardship clausule best ook op welke manier de onvoorziene omstandigheden de contractsrelatie dienen aan te tasten. In de clausules opgenomen in bijlage komt dit op volgende wijze aan bod:

“… die de economische basis van de Overeenkomst aantasten ten nadele van één van de betrokken partijen” (clausule 1)

”… in economic conditions which are substantial hardship to any of them”      (clausule 2)

“… boulverser les bases économoiques du Marché” (clausule 3)

“… compromettant l’équilibre du contrat au point de rendre préjudiciable à l’une des parties l’exécution de ses obligations” (clausule 4)

3. Heronderhandelingen

Indien een partij zich op onvoorziene omstandigheden beroept, dienen uiteraard de gevolgen en de eventueel te volgen procedure gespecifieerd te worden.

Vooreerst kan de overeenkomst voorzien in de onmiddellijk ontbinding.[83] Gelet op het doel van de hardship clausule, namelijk het herstellen van het contractuele evenwicht, zal de ontbinding weinig voorkomen.

Het essentiële element van de hardship clausule is natuurlijk dat de partijen de mogelijkheid wordt geboden om te heronderhandelen over de contractsinhoud.

“… dan moeten die partijen gezamenlijk de vereiste aanpassingen aan de bestelling afspreken” (clausule 1)

 “Notwithstanding the effect of other relieving or adjusting provisions of this Agreement the party claiming that it is placed in such position as afore-said may by notice request the other for a meeting to determine if said occurence has happened and if so to agree upon what, if any, adjustment in the price then in force under this Agreement and/or other terms and conditions hereof is justified in the circumstances in fairness to the parties to alleviate said consequences and effects of said occurrence” (clausule 2)

 “… les parties conviennent de négocier de bonne foi la modification du contrat” (clausule 4)

Het is ook van belang dat de hardship clausule regelt wat de mogelijke mechanismen zijn om uit een eventuele impasse te raken die kan onstaan bij het heronderhandelen.[84] Contractspartijen kunnen hier kiezen uit verschillende opties. Zo kunnen ze opteren zich te schikken naar de beslissing van een bemiddelende derde, een expert of een arbiter.[85] Clausule 1 en 3 laten de beslissing, indien partijen niet tot een gezamelijk besluit komen, over aan een expert:

“Indien de partijen niet tot een overeenkomst kunnen komen dan duiden zij gezamenlijk een expert aan” (clausule 1)

“Si les parties ne parviennent pas à s’entendre, un expert est désigné d’un commun accord par les parties.” (clausule 2)

Wat is nu de juridische waarde van zo een tussenkomst? Dit zal uiteraard afhangen van de formulering van de clausule. Het is belangrijk dit in duidelijke bewoordingen te doen, om eventuele misverstanden te vermijden. De partijen kunnen aan de beslissing van de derde als bindend beschouwen.[86] Maar het is ook mogelijk dat de contractspartijen de voorgestelde oplossing slechts als aanbeveling laten gelden.[87] Belangrijk is om dit in duidelijke bewoordingen te doen.

C. Gevolgen

Indien de heronderhandeling afspringen, is het nuttig een vervalbeding te voorzien.[88] Hierdoor komt de overeenkomst ten einde.[89] Wordt geen vervalbeding voorzien, dan stelt de vraag zich of het contract overeenkomstig het pacta sunt servanda principe verder uitgevoerd moet worden of de partijen zich van hun verbintenissen kunnen ontdoen?

De benadeelde partij kan mijns inziens niet verplicht worden zijn verbintenissen na te komen, indien er daadwerkelijk sprake is van imprevisie.[90] De essentie van de hardship clausule is immers dat de schuldenaar niet gehouden is onmogelijk geworden verbintenissen na te komen. Omgekeerd kan de benadeelde partij geen aanpassingen aan het contract opdringen aan de tegenpartij.[91] De enige manier om deze patstelling op te lossen, is de ontbinding wegens wanprestatie[92] of, indien de partijen dit gezamenlijk overeenkomen, de verbreking[93] van het contract. Uiteraard komt de contractuele aansprakelijkheid van de partij die verantwoordelijk is voor het falen van de heronderhandelingen in het gedrang.[94]

Het is alleszins zo dat een geadieerde rechter, gevat door één van de partijen omwille van het afspringen van de heronderhandelingen, geen bevoegdheid heeft om het contract aan te passen, indien deze aanpassing de wilsovereenstemming van de partijen vereist.[95] Bevat de overeenkomst echter alle elementen om tot de aanpassing over te gaan, dan zal de rechter de vervulling van de voorwaarden vaststellen en de aanpassing van het contract bevelen.[96]

Het is ook logisch dat enkel de benadeelde partij zich op de clausule kan beroepen. De andere partij heeft daar het recht niet toe.[97] Anders zou deze zich op een ongeoorloofde manier van het contract kunnen afmaken.

Wat zijn nu de consequenties van geslaagde heronderhandelingen voor het contract?[98] Wordt het contract hernieuwd of gewoon voortgezet? M.i. zal in de meeste gevallen het contract verdergezet worden, zonder in novatie te resulteren.[99] Wordt het contract echter zo aangepast dat de oude schuld vervangen wordt door een nieuwe, dan zal het contract wel uitdoven en vervangen worden door een nieuwe verbintenis.[100]

D.     Grenzen aan hardship clausules?

De vraag stelt zich of de contractuele regeling van imprevisie niet aan beperkingen onderworpen is? Zeker is dat deze materie niet van openbare orde is.[101] Verder zijn er ook geen algemene dwingende regels die een contractuele regeling van hardship zouden verbieden. Bijgevolg kan gesteld worden dat hardship clausules vrij kunnen opgenomen worden in contracten.

VI. Besluit

Hardship clausules zijn niet weg te denken bij de redactie van internationale contracten. Het contractueel evenwicht tussen de prestaties is één van de belangrijkste pijlers waarop een overeenkomst steunt. Raken de verbintenissen uit evenwicht, dan komt de uitvoering van het contract in het gedrang. Het is dan ook wijselijk deze situatie contractueel te regelen.

Deze noodzaak bestaat ook in Belgische context, waar een jurisprudentiële of wettelijke regeling inzake imprevisie ontbreekt. Partijen doen er dan ook goed aan een imprevisie clausule in hun contract op te nemen indien de aard van hun overeenkomst, bijvoorbeeld omwille van de duur, dit vereist.

Bij de formulering van de hardship clausule dient men omzichtig te werk te gaan. Wordt de procedure van heronderhandelen te weinig gedetailleerd opgesteld, dan bestaat bij het afspringen van de heronderhandelingen het risico dat de hardship clausule dode letter blijft.[102] Precisering werkt ook de soepelheid in de hand. Een goed uitgewerkte procedure betekent namelijk ook een grote speling om de aanpassing van het contract te bewerkstelligen.

Mijns inziens zou een wettelijke regeling inzake imprevisie welkom zijn.[103] Hardship clausules komen weliswaar frequent voor, toch blijven er veel contracten waar een dergelijke regeling niet is opgenomen. Daarbij komt dat de kosten voor het gedetailleerd opstellen van hardship clausules vrij hoog zijn.[104]

Het opstellen van zo een regeling is namelijk niet eenvoudig. Om efficiënt te zijn moeten de contractuele transactiekosten maximaal gereduceerd worden.[105] Voor een wettelijke imprevisieregeling betekent dit dat de regeling de grootst gemeenschappelijke deler van hardship situaties moet trachten te bevatten. Daarvoor kan teruggevallen worden op de reeds bestaande teksten die hardship in overweging nemen.[106]

 

Clausules

Clausule 1

“2.8.    Hardship

Indien er zich andere onvoorziene omstandigheden dan die van artikel 2.7. zouden voordoen, die noch door de Bouwheer noch door de Contractant kunnen worden voorkomen en die de economische basis van de Overeenkomst aantasten ten nadele van één van de betrokken partijen, dan moeten die partijen gezamenlijk de vereiste aanpassingen aan de bestelling afspreken. Indien de partijen niet tot een overeenkomst kunnen komen dan duiden zij gezamenlijk een expert aan. Die kan eventueel een schadevergoeding aan één van de partijen opleggen, rekening houdend met de gerechtvaardigde kosten.”

(Algemene voorwaarden Belgische bouwvennootschap)

 Clausule 2

“Section 13-9 – Hardship

When entering into this agreement the parties contemplate that the effects and/or consequences of this Agreement will not result in economic conditions which are substantial hardship to any of them, provided that they will act in accordance with sound marketing and efficient operating practices. They therefore agree on the following:

Substantial hardship shall mean if at any time or from time to time during the term of this Agreement without default of the party concerned there is the occurence of an intervening event or change of circumstances beyond said party’s control when acting as a reasonable and prudent operator such that the consequences and effects of which are fundamentally different from what was contemplated by the parties at the time of entering into this Agreement (such as without limitation the economic consequences and effects of a novel economically available source of energy), which consequences and effects place said party in the situation that then and for the foreseeable future all annual cost (including, without limitation, depreciation and interst) associated with or related to the processed gas which is the subject of this Agreement exceed the annual proceeds derived from the sale of said gas. Notwithstanding the effect of other relieving or adjusting provisions of this Agreement the party claiming that it is placed in such position as afore-said may by notice request the other for a meeting to determine if said occurence has happened and if so to agree upon what, if any, adjustment in the price then in force under this Agreement and/or other terms and conditions hereof is justified in the circumstances in fairness to the parties to alleviate said consequences and effects of said occurrence. Price control by the Government of the state of the relevant Buyer(s) affecting the price of natural gas in the market not be considered to constitute substantial hardship.”

(Van Gerven, W., “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, in X (ed.), Hulde aan René Dekkers, Brussel, Bruyland, 1982, 397)

Clausule 3

“En cas de survenance d’événements imprévisible autres que ceux visés à l’article précédent et sans qu’il soit du pouvoir du Maître de l’Ouvrage et du Contractant de les éviter, et pour autant qu’ils aient pour effet de boulverser les bases économoiques du Marché au préjudice de l’une ou l’autre des parties, celles-ci. Si les parties ne parviennent pas à s’entendre, un expert est désigné d’un commun accord par les parties.

L’expert peut éventuellement fixer une indemnité à charge de l’une ou l’autre des parties, tenant compte des débours justifiés.”

(Philippe, D., “Les clauses de force majeure, d’imprévision et de transfert de risques”, in Wéry, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d’inexécution des obligations contractuelles, Brussel, La Charte, 2001, 21)

Clausule 4

“8.1 – Clause d’imprévision

En cas de survenance d’un évènement extérieur à la volonté des parties compromettant l’équilibre du contrat au point de rendre préjudiciable à l’une des parties l’exécution de ses obligations, les parties conviennent de négocier de bonne foi la modification du contrat. Sont notamment visés les évènements suivant: variation du cours des matières premières, modification des droits de douane, modification du cours des changes, évolution des législations.”

(Algemene voorwaarden Association Française de Forge)

Clausule 5

“In entering in this long-term Agreement, the parties hereto agree that it is impracticable to make provision for every contingency which may arise during the term thereof, and the parties hereby agree it to be their intention that this Agreement shall operate between them with fairness and without substantial and disproportionate prejudice to the interests of either, and that if in the course of the performance of this Agreement unfairness or substantial and disproportionate prejudice to either party is expected to disclosed, then the parties will use their best endeavours to agree upon such action as may be necessary to remove or modify such unfairness or prejudice.”

(Cornelis, L., “Les clauses d’imprévision dans les contracts à long terme”, in Cornelis, L., Glansdorff, F., Herbots, J., Marchandise, Ph, Philippe, D. en Walschot, F., La vie du contrat à prestations successives, Brussel, Bruyland, 1991, 192-193)

Clausule 6

  1. In the event that during the term of this Agreement the … producer basis for … is discontinued or ceases to be the representative basis in Europe for the purchase and sale of …, the either party shall have the right to ask for the renegociation of the pricing basis by giving notice in writing to the other party. One such … notice has been given, pricing on the …, producer basis shall cease with effect from the date on which the …, producer basis was discontinued or from such date as the parties may agree, and Buyer and Seller shall negotiate and use their best endeavours to agree as early as possible on a new pricing basis in line with the previous pattern.
  2. In entering in this long-term Agreement, the parties hereto agree that it is impracticable to make provision for every contingency which may arise during the term thereof, and the parties hereby agree it to be their intention that this Agreement shall operate between them with fairness and without substantial and disproportionate prejudice to the interests of either, and that if in the course of the performance of this Agreement unfairness or substantial and disproportionate prejudice to either party is expected or disclosed, then the parties will use their best endeavours to agree upon such action as may be necessary to remove or modify such unfairness or prejudice.
  3. It is further specifically understood that monetary events and/or alterations are to be considered as contingencies coming under sub-clauses (b) hereabove.

(Cornelis, L., “Les clauses d’imprévision dans les contracts à long terme”, in Cornelis, L., Glansdorff, F., Herbots, J., Marchandise, Ph, Philippe, D. en Walschot, F., La vie du contrat à prestations successives, Brussel, Bruyland, 1991, 198-199)

Clausule 7

[1] A party to a contract is bound to perform its contractual duties even if events have rendered performance more onerous than could reasonably have been anticipated at the time of the conclusion of the contract.

[2] Notwithstanding paragraph 1 of this Clause, where a party to a contract proves that:

[a] the continued performance of its contractual duties has become excessively onerous due to an event beyond its reasonable control which it could not reasonably have been expected to have taken into account at the time of the conclusion of the contract; and that
[b] it could not reasonably have avoided or overcome the event or its consequences, the parties are bound, within a reasonable time of the invocation of this Clause, to negotiate alternative contractual terms which reasonably allow for the consequences of the event.

[3] Where paragraph 2 of this Clause applies, but where alternative contractual terms which reasonably allow for the consequences of the event are not agreed by the other party to the contract as provided in that paragraph, the party invoking this Clause is entitled to termination of the contract.

(ICC Hardship Clausule 2003)

 

Voetnoten

[1] W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel” in X. (ed.), Hulde aan René Dekkers, Brussel, Bruylant, 1982, 391.

[2] J. Dubaere, “Een brug over troebel water”, R.W. 1988-1989, (1417) 1417.

[3] A.H. Puelinckx, “Frustration, hardship, force majeure, imprévision, Wegfall der Geschäftsgrundlage, …” Journal of International Arbitration 1986, (47) 58.

[4] J. Dubaere, l.c., (1417) 1420; S. Heremans,  “Le boulversement de l’économie contractuelle”, T.B.B.R. 2000, (478) 483; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, “Verbintenissen, Overzicht van rechtspraak (1981-1992)”, T.P.R. 1994, (171) 514.

[5] S. Heremans, l.c., (478) 483; R. Tjitter, “Aanpassing en heronderhandeling bij duurcontracten” in X (ed.), Contracteren in de internationale praktijk, Kluwer, 1995, 19; P. Van Ommeslaghe, “Les clauses de force majeure et imprévision (hardship) dans les contrats internationaux”, Rev. dr. intern. comp. 1980, (7) 11. Een enquête bij bedrijfsjuristen uitgevoerd door J. Erauw en H. Verbist (“enquête over commerciële arbitrage bij bedrijfsjuristen”) wijst uit dat contractsclausules van aanpassing vrij gebruikelijk zijn. 54% van de ondervraagde bedrijfjuristen verklaart ze veel te gebruiken (bron: http://www.law.rug.ac.be/proces/IPRengels/analyse_belgische_enquete.htm).

[6] D. Tallon, “Hardship”, in Hartkamp, A., Hesselink, M., Hondius, E., Joustra, C. en du Perron, E (ed.), Towards a European Civil Code, Den Haag, Kluwer, 1998, 328; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 10.

[7] Zei het dat hardship wel gebruikt wordt in de Australische wetgeving (Australian National Security (Landlord and Tenant) Regulations and the Landlord and Tenant (Amendment) Act 1948-1964.

[8] J.H. Dalhuisen, “De betekenis van de ‘hardship’ clausule”, NJB 1976, (173) 173; W. Melis,  “Force Majeure and Hardship Clauses in International Commercial Contracts in View of the Practice of the ICC Court of Arbitration”, Journal of International Arbitration 1984, (213) 216; J. Rimke, “Force majeur and hardship: application in international trade practice with specific regard to the CISG and the Unidroit principles of international commercial contracts”, in X. (ed.), Pace Reviewof the Convention on Contracts for the International Sale of Goods, Den Haag, Kluwer, 1999-2000, 200; D. Tallon, o.c., 328; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 10.

[9] D. Tallon, o.c., 328; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 10.

[10] D. Philippe, Changement de circonstances et bouleversement de l’économie contractuelle, Brussel, Bruylant, 1986, 660; S. Heremans, l.c., (478) 483.

[11] Voor een diepgaandere analyse: infra, nr. 39-40.

[12] H. De Page, Traité élémentaire de droit civil belge, III, Brussel, Bruylant, 1962, 492; W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 391-392.

[13] H. De Page, o.c., 492.

[14] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 173

[15] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 173.

[16] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 173; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 11.

[17] J. Rimke, o.c., 241; W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 394-395. M.i. is het wenselijk hardship en overmacht in aparte clausules op te nemen.

[18] Art. 275 juncto 242 B.G.B. Het B.G.B. beperkt de omstandigheden waarin overmacht kan ingeroepen worden tot fysieke, materiële of juridische onmogelijkheden. Echter volgens de Opfergrenze doctrine dient de Unmöglichkeit uitgebreid te worden tot alle omstandigheden die van de schuldenaar een dermate grote opoffering (die niet voorzien was bij de contractssluiting) vragen, dat van hem redelijkerwijze (op basis van de goede trouw) geen uitvoering meer kan gevraagd worden. R. Tjitter, o.c., 18; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 21-27.

[19] J. Rimke, o.c., 208.

[20] R. Tjitter, o.c., 11-16.

[21] A.H. Puelinckx., l.c., (47) 55; J. Rimke, o.c., 205.

[22] Art. 1134 Code civil.

[23] Art. 1148 Code civil.

[24] In een arrest van 30 maart 1916. Ook wel de “Gaz de Bordeaux” zaak genoemd.

[25] H. De Page, o.c., 500; R. Tjitter, o.c., 19; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 30.

[26] Cass. 19 mei 1921, Pas. 1921, I, 380.

[27] Cass. 30 oktober 1924, Pas. 1924, I, 565.

[28] J. Dubaere, l.c., (1417) 1417-1418; S. Heremans, l.c., (478) 481.

[29] Infra, nr. 21 e.v.

[30] D. Tallon, o.c., 330.

[31] Paradine v. Jane, 82 Eng. Rep. 897 (K.B. 1647). Rimke, o.c., 201; A.H. Puelinkx, l.c., 48.

[32] Taylor v. Caldwell 3 B & S 826 (Eng. 1863).

[33] R. Tjitter, o.c., 17.

[34] D. Tallon, o.c., 330.

[35] J. Rimke, o.c., 203.

[36] Supra, nr. 14.

[37] J. Rimke, o.c., 204. R. Tjitter, o.c., 17-18.

[38] Eigen onderlijning.

[39] Eigen onderlijning.

[40] Supra, nr. 5.

[41] Zie de preambule bij de Unidroit principes.

[42] R. Tjitter, o.c., 10.

[43] O. Lando, “Salient features of European contract law”, Pace International Law Review 2001, (339) 367.

[44] Deze principes werden opgesteld door de commissie voor Europees Contractenrecht onder voorzitterschap van O. Lando. De principes vormen een weerslag van de europese contractrechtelijke basis.

[45] Hoewel hardship meer en meer zijn ingang krijgt in verschillende rechtsstelsels: D. Tallon, o.c., 330.

[46] L. Cornelis, “Les clauses d’imprévision dans les contracts à long terme”, in L. Cornelis, F. Glansdorff, J. Herbots, Ph. Marchandise, D. Philippe en F. Walschot, La vie du contrat à prestations successives, Brussel, Bruyland, 1991, 162-163.

[47] P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 40.

[48] P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 40.

[49] Cass. 30 oktober 1924, Pas. 1924, I, 565; H. De Page, o.c., 490; S. Heremans, l.c., (478) 481. De Page stelt de bijkomende voorwaarde dat er sprake moet zijn van een verrijking van de schuldeiser en een verarming van de schuldenaar. Dit is mijns inziens echter niet vereist. Het volstaat dat er omstandigheden zijn die de de prestaties van de schuldenaar bemoeilijken, zonder dat de positie van de schuldeiser hierdoor verbeterd wordt. Hoe dan ook is dit niet de kern van imprevisie. Zie ook: J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 176.

[50] Supra, nr. 4.

[51] H. De Page, o.c., 490.

[52] Voor een vergelijking: supra, nr. 7.

[53] H. De Page, o.c., 492.

[54] Art. 1134 B.W.

[55] Cass. 19 mei 1921, Pas. 1921, I, 380.

[56] Cass. 30 oktober 1924, Pas. 1924, I, 565.

[57] Cass. 14 april 1994, J.L.M.B. 1995, 1591.

[58] P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 32-33.

[59] J. Dubaere, l.c., (1417) 1417-1418; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, l.c., (171) 513-514.

[60] J. Dubaere, l.c., (1417) 1418; D. Philippe, o.c., 17-18.

[61] Kh. Brussel 16 januari 1979, B.R.H. 1979, 225; J.T. 1980, 458, noot D. Phliippe.

[62] Kh. Luik 15 september 1995, R.D.C. 1998, 446; Vred. Gent 25 november 1988, T.G.R. 1989, 5; Rb. Luik 7 mei 1986, J.L. 1986, 482; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, l.c., (171) 513; D. Philippe, o.c., 17-18.

[63] Kh. Brussel 9 maart 1981, B.R.H. 1982, 164; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, l.c., (171) 512.

[64] J. Dubaere, l.c., (1417) 1421-1423; S. Heremans, l.c., (478) 481-482.

[65] S. Heremans, l.c., (478) 478; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, l.c., (171) 513-514; W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 396-398.

[66] J. Dubaere, l.c., (1417) 1420-1421; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, l.c., (171) 514-515; D. Philippe, o.c., 18. Voor een uitgebreid overzicht zie S. Heremans, l.c., (478) 486-503.

[67] M.B. 10 augustus 1977, B.S. 8 september 1977.

[68] Supra, nr. 16-18.

[69] J. Dubaere, l.c., (1417) 1417-1418; S. Heremans,  l.c., (478) 481; R. Kruithof, H. Bocken, F. De Ly en B. De Temmerman, l.c., (171) 513-514; W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel” , 398.

[70] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 174.

[71] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 174; W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 396.

[72] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 173; S. Heremans,  l.c., (478) 483.

[73] De enquête bij bedrijfsjuristen uitgevoerd door J. Erauw en H. Verbist toont aan dat vooral clausules van prijsaanpassing en indexering veel voorkomend zijn (bron: http://www.law.rug.ac.be/proces/IPRengels/analyse_belgische_enquete.htm).

[74] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 174.

[75] Art. 1165 B.W.

[76] L. Cornelis, o.c., 164.

[77] Supra, nr. 4.

[78] L. Cornelis, o.c., 164-165; S. Heremans,  l.c., (478) 483-484; D. Philippe, o.c., 20; R. Tjitter, o.c., 19-20.

[79] L. Cornelis, o.c., 165.

[80] Supra, nr. 5.

[81] Supra, nr. 5.

[82] L. Cornelis, o.c., 165.

[83] L. Cornelis, o.c., 167-168.

[84] L. Cornelis, o.c., 169; D. Philippe, o.c., 24; R. Tjitter, o.c., 20.

[85] L. Cornelis, o.c., 173; R. Tjitter, o.c., 20; W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 398-400.

[86] W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 400.

[87] W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 401.

[88] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 177-178; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 52. Slechts uitzonderlijk voorzien de partijen een onmiddellijk beëindiging van het contract in geval van imprevisie: L. Cornelis, o.c., 167-168. Supra, nr. 33.

[89] Eventueel met een phase-out periode. J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 178; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 52.

[90] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 179-180; L. Cornelis, o.c., 169-170.

[91] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 179; L. Cornelis, o.c., 169-170.

[92] W. Van Gerven, Verbintenissenrecht, I, Leuven, Acco, 1988, 174-175.

[93] W. Van Gerven, Verbintenissenrecht, I, 173-174.

[94] L. Cornelis, o.c., 172-173; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 51-52.

[95] Dit ligt volledig in de lijn van het pacta sunt servanda principe. Supra, nr. 20 ?????? In de Franse rechtspraak is er een tendens om de partijen aan te sporen om de heronderhandelingen verder te zetten, maar dan onder de begeleiding van een door de rechtbank aangestelde onafhankelijke derde: W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 401; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 169-172.

[96] W. Van Gerven, “Langdurige overeenkomsten, prijsbepaling, aanpassing wegens onvoorziene omstandigheden, conflictregel”, 400.

[97] J.H. Dalhuisen, l.c., (173) 179.

[98] H. De Page, o.c., 499-500.

[99] L. Cornelis, o.c., 176.

[100] W. Van Gerven, Verbintenissenrecht, II, Leuven, Acco, 1988, 203-204.

[101] D. Philippe, o.c., 18; P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 13.

[102] P. Van Ommeslaghe, l.c., (7) 51-52.

[103] Supra, nr. 26.

[104] G. De geest, Economische analyse van het contracten- en quasi-contractenrecht, Antwerpen, Maklu, 1994, 206.

[105] G. De geest, o.c., 208.

[106] Supra, nr. 9 e.v. Ook de ICC hardship clausule kan hier vermeld worden: zie clausule 7 in bijlage.

Gerelateerde online diensten

Er zijn voor dit artikel geen gerelateerde online diensten. U kan via deze link een overzicht van onze online diensten bekijken.

Vond U dit artikel nuttig? Bedank ons met een review op google!
Gent
Antwerpen!

Verkorte link

https://mijnadvocaten.be/?p=216

Gerelateerde artikels

Sorry, Geen gerelateerde Artikels gevonden.

Kantoren

Gent

Brugsevaart 31

9030 Gent

+32 (0)9 349 61 23

Antwerpen

Brusselstraat 51

2018 Antwerpen

+32 (0)3 369 12 72

Brussel

Burg. Etienne Demunterlaan 5

1090 Jette

+32 (0)2 669 09 14